Opinie voor SportNext naar aanleiding van de besluitvorming van de Eredivisie inzake de ‘veranderagenda’.
Als je het persbericht van de Eredivisie leest, zie je dat er wat veranderingen worden ingevoerd. Het is lief van Jan de Jong dat hij dit een evolutie noemt en geen revolutie. Als je beseft dat er in allerlei gremia twee jaar aan is gewerkt en dit alles is, kun je het eindresultaat niet anders dan teleurstellend noemen.
Is dat een groot probleem? Gaat er nu iets mis? Nee, voetbal houdt niet op te bestaan, ook de Eredivisie niet.
Daalt Oranje hierdoor af naar de onderste regionen van de FIFA-ranglijst? Ook niet. Onze ongeëvenaarde infrastructuur van voetbalverenigingen zal ervoor zorgen dat er telkens weer nieuwe talenten komen bovendrijven.
Wat gaat er dan wel gebeuren?
Vergelijk het maar met Kodak en Nokia, ondernemingen die marktleider waren in hun sector en die te laat zijn begonnen met innoveren. Alle seinen stonden op rood, maar de bestuurders wilden het niet zien. Met als gevolg de volledige ontmanteling van die bedrijven.
De noodzakelijke innovatie van de Eredivisie heeft niet alleen te maken met een kwaliteitsimpuls op het veld. Het gaat vooral om het totale aanbod van het vrijetijdsproduct dat Eredivisie is.
Als je met die bril kijkt, zie je allerlei gevaren opdoemen, die ervoor zorgen dat de aantrekkingskracht zal afnemen. Als het verschil tussen topclubs (Ajax en PSV) en de rest steeds groter wordt, als de spanning daardoor vermindert, als de kwaliteit op het veld minder wordt, als we op een andere ondergrond spelen dan de top in de sector, als we in de breedte de aansluiting met de rest van Europa verliezen, als we minder helden in eigen land hebben, als de faciliteiten in de stadions niet beter worden, is het niet moeilijk te voorspellen dat de interesse van stadionbezoekers, kijkers en volgers zal afnemen. Die wijken dan uit naar voetbal in andere landen, naar andere sporten of naar ander aanbod van vermaak. Met als gevolg dat de Eredivisie minder interessant wordt voor zenders, sponsors en investeerders. Minder interesse en minder aandacht betekent automatisch minder geld, slechtere faciliteiten en erosie van het product. Om die neerwaartse spiraal te voorkomen moet er veranderd worden in de Eredivisie, nu nog de meest aantrekkelijke en vooraanstaande sportcompetitie in ons land.
Wie gaan er in de Eredivisie het meeste problemen krijgen als er niets verandert? Ik denk dat de ontwikkelingen in retail een goed beeld geven. Het hogere segment (de Bijenkorf) en het lagere segment (Action) zullen overleven. Maar alles wat in het midden zit (V&D) gaat eraan. Vrij vertaald naar het voetbal: Ajax en PSV worden groter en rijker, Excelsior en FC Emmen houden met weinig middelen (en kunstgras) hun clubje wel in stand. Maar AZ, Vitesse en FC Utrecht krijgen het steeds moeilijker om hun kwaliteitsniveau te handhaven.
Of daardoor de wereld vergaat? Gelukkig niet. Het is alleen jammer dat ‘ons voetbal’, want dat is wat de Eredivisie is, zijn waarde als belangrijkste bijzaak in het leven gaat verliezen.
Grote commerciële sporten zoals NFL en NBA werken continu aan hun businessmodel en hun aanbod: om interessant te blijven, om nieuwe doelgroepen te binden, om (commercieel) aantrekkelijker te worden. Dat lukt hier dus niet. Eigen club eerst. Dat kun je de verantwoordelijken niet eens kwalijk nemen.
De organisatiestructuur van de Eredivisie staat iedere verandering in de weg. Het poldermodel functioneert niet meer. Het past bij sport dat iedereen een stem heeft. Het past niet bij een bedrijfstak dat iedere stem even zwaar telt.
De oplossing? Een verlicht despoot. Iemand die de sleutels krijgt en de toekomst mag bepalen met het mandaat van alle achttien.
Wie dat moet zijn? In ieder geval iemand van buiten het voetbal. Met veel ervaring in de entertainmentwereld. Iemand die snapt dat daadkracht en innovatie vereist is om verschil te maken.
Marcel Beerthuizen is directeur van bigplans en adviseert het bedrijfsleven over sponsoring en andere vormen van partnership marketing.
Gepubliceerd op de site van SportNext op 16 november 2018.