Over de financiering van sport

Op 25 november 2020 ging het in BNR Zakendoen #sporteconomie over de financiering van de sport in Nederland. Aanleiding hiervoor was het verschijnen van ‘De opstelling op het speelveld’, een adviesrapport van de Nederlandse Sportraad. Daarnaast publiceerde NOC*NSF haar jaarcijfers en (financiële) verwachtingen voor 2021.

De Nederlandse Sportraad, ooit in een impulsieve reactie in het leven geroepen door minister Edith Schippers nadat zij vlekken in haar nek had gekregen van NOC*NSF en het project Europese Spelen, heeft zich anderhalf jaar voorbereid op haar rapportage. Gesprekken, interviews en onderzoek, onder meer van KPMG, liggen aan de basis van dit rapport. Het is een rapport vol constateringen en met veel aanbevelingen. Op sommige terreinen (zoals de financiering van de sport) moet aanvullend onderzoek worden gedaan.

Wat me aanspreekt in het rapport is de brede blik dit men heeft op het terrein van sport en bewegen. Het in beweging brengen van de Nederlandse samenleving is een landsbelang en moet als zodanig ook worden georganiseerd vindt de Sportraad. Om in de woorden van de raad te spreken: “We zijn nu Europees Kampioen Zitten en we moeten Wereldkampioen Bewegen worden.” Dat betekent dat er allesomvattend moet worden gestimuleerd. Niet alleen op het terrein van de ‘georganiseerde sport’, ook de ‘anders georganiseerde sport’ en de ‘ongeorganiseerde sport’ moeten worden meegenomen in een nieuw te vormen sportstelsel. De huidige organisatie en financiering van de sport moet daartoe worden aangepast. De sportbranche dient toekomstbestendig te worden – robuust georganiseerd en duurzaam gefinancierd – om de maatschappelijke waarde van sport optimaal te kunnen benutten. Sport moet een publieke voorziening worden met een sterke overheid die de kwaliteit bewaakt en er veel meer geld in investeert dan nu het geval is. Een betere fysieke, mentale en sociale gezondheid van de bevolking zal zich uitbetalen: door afname van het ziekteverzuim, toename van de participatie en arbeidsproductiviteit, uitstel van de zorgkosten en toename van de kwaliteit van leven, zo stelt de Sportraad.

Opvallend is de opvatting over NOC*NSF. De Nederlandse Sportraad vindt deze sportkoepel niet de juiste representant voor het volledige domein en constateert en verkeerde governance en een niet-transparant proces als het gaat om het verdelen van de fondsen die NOC*NSF van VWS en de Nederlandse Loterij ontvangt. Ook hier komt de discussie of de afhankelijkheid van NLO wel de juiste financieringsformule is weer naar boven. Scheidend KNWU-voorzitter Marcel Wintels kaartte dit onderwerp al eerder aan. De Sportraad is van mening dat er een onafhankelijk bestuursorgaan moet komen die alle fondsen gaat verdelen.

Op 16 november presenteerde NOC*NSF haar jaarcijfers. Ook de sportkoepel ontkomt niet aan de impact van Covid-19. Het heeft een verlies van ten minste € 5 miljoen opgeleverd en ook consequenties gehad op het bureau, waar contracten niet zijn verlengd en bepaalde projecten en activiteiten zijn geannuleerd. NOC*NSF kan dit verlies opvangen vanuit de reserves en verwacht volgend jaar enige groei, onder meer door de op stapel staande Olympische Spelen en de verlenging van het partnership met de Rabobank.

Opvallend is dat er alweer afscheid wordt genomen van het marketingconcept TeamNL schuilgaat. Hierbij brachten de Olympische bonden marketingrechten in, die ter beschikking komen te staan van de partners van NOC*NSF. NOC*NSF stelt dat haar partners meer inzetten op lokale maatschappelijke impact en minder geïnteresseerd zijn in grootschalige afspraken met een veelvoud aan bonden.

Afgezien van de vraag of je als sportkoepel en rechtenhouder uitsluitend moet inspelen op wat je partners vragen (de kracht van een collectieve aanpak is dat de kleintjes meeliften op de kracht van de groten) is de vraag of ‘de schuld’ bij de markt ligt. Het TeamNL-concept werd november 2015 gepresenteerd en in 2017 ingevoerd als de opvolger van het succesvolle Performance-programma dat onder aanvoering van Joop Alberda was ontwikkeld. Vanaf dat moment is het er niet beter op geworden, iets dat verschillende experts al zagen aankomen.

Het zou goed zijn als er een nauwkeurige analyse wordt gemaakt van het falen van dit programma met als doel er lering uit te trekken. NOC*NSF zou toch in staat moeten zijn om de meest aantrekkelijke sportsponsoring-propositie van Nederland te ontwikkelen. Wellicht kunnen aanstaande adviezen van de Nederlandse Sportraad hierbij helpen.

BNR Zakendoen #sporteconomie van 25 november 2020 ging over de financiering van sport. De vragen kwamen als altijd van Thomas van Zijl. De podcast van de uitzending is terug te luisteren via deze link.

Over thuis sporten

De mondiale fitnessmarkt had in 2019 een wereldwijde waarde van $17,9 miljard en een voorspelde groei naar $ 62,1 miljard in 2025. Het zijn cijfers van Research N Reports die zijn opgemaakt voor de coronacrisis, recente cijfers laten zien dat de ontwikkelingen veel sneller gaan. Daar waar sportscholen en sportverenigingen negatief zijn geraakt door de consequenties van het virus, is de markt van het thuis sporten enorm gegroeid.

Mensen zijn meer gaan sporten in en rond het huis en de afgelopen maanden liet een enorme stijging zien in de verkoop van apparatuur voor in huis, fitness apps, streaming services, wearables en connected devices. In de Verenigde Staten werd er in de eerste acht maanden van het jaar voor $2,2 miljard aan producten verkocht, 73% meer dan dezelfde periode een jaar eerder. Ook Facebook en Instagram Live zagen een stijging van respectievelijk 75% en 520% van live video’s geproduceerd door fitness partijen. Ook het Nederlandse Fitchannel, in 2017 opgezet door Winston Gerschtanowitz, zag zijn klantenbestand substantieel toenemen in de afgelopen maanden.

De algemene groei zorgt ook voor een doorbraak van innovatieve producten, vooral in de vorm van schermen die een uitgekiend fitness aanbod bieden, zoals Peloton, Tonal en Mirror. Naast het apparaat kun (moet) je ook een abonnement afnemen voor persoonlijke begeleiding en op maat gemaakte programma’s.

Er zijn ook sectoren die meeliften op het succes van het thuis sporten. Zo is er een stijging in de verkoop van sportdrankjes zoals Gatorade. De instructeurs van de programma’s groeien uit tot celebrities. Personal trainer Tunde Oyeneyin van Peloton tekende een contract met Wasserman, het marketingbureau voor atleten dat nu dus ook een ‘subscription-based fitness instructor’ in de gelederen heeft.

De fitness markt is ontdekt door marktpartijen en investeerders die de enorme potentie van verdere groei zien en hun positie in deze lucratieve markt willen vergroten. Google nam Fitbit over voor $ 2,1 miljard, sportmerk Lulumon kocht Mirror voor $ 500 miljoen, Amazon ontwikkelt samen met Echelon een eigen thuisfiets, Apple zet vol in op gezondheid met het Apple Fitness+ programma waarbij de Apple Watch een belangrijk instrument is. Ook Tonal haalde meer dan $ 110 miljoen aan nieuw kapitaal op bij investeringsmaatschappijen en privé-investeerders, waaronder beroemde atleten als basketballer Stephen Curry en golfster Michelle Wie die uiteraard ook worden ingezet als ambassadeur. Het digitale fietsprogramma Zwift verwierf $ 450 miljoen van investeerders. Het bedrijf heeft inmiddels 2,5 miljoen accounts in 190 landen.

Wereldwijd gaan er zo’n 200 miljoen mensen naar de sportschool. In Nederland zijn dat er normaal gesproken 3 miljoen mensen tussen de 12 en 79 jaar, waarbij er de laatste jaren vooral een groei te zien is geweest onder groepen die eerder ondervertegenwoordigd waren: mannen, 65-plussers en personen met lagere inkomens (bron: Mulier Instituut).

Covid-19 heeft de sector enorm onder druk gezet. Sportscholen kwamen met alternatieve programma’s (buiten en virtueel sporten), ook sportbonden en NOC*NSF/TeamNL zetten hun atleten in met oefeningen die online en via social media worden verspreid. Het versterkt ook de opkomst van ‘georganiseerd ongeorganiseerd sporten’ zoals het voetbalaanbod van bijvoorbeeld Footy.

De tweede Covid-19 golf zet de sector opnieuw onder druk. In een Amerikaans onderzoek zegt 59% van de abonnees zegt hun lidmaatschap niet te zullen verlengen (bron: TD Ameritrade). Sportscholen proberen dit op te vangen met alternatieve programma’s en het ‘bevriezen’ van het lidmaatschap tot er betere tijden aanbreken.

In en om het huis sporten zal de komende maanden blijven toenemen met apparatuur en persoonlijke trainingsprogramma’s als belangrijke stimuli. Die apparatuur is overigens niet bepaald goedkoop (in de uitzending zei ik abusievelijk ‘niet duur’). De apparaten van Peloton kosten $ 2.500 met een begeleidingsprogramma waarvan de kosten $ 39 per maand bedragen. Het apparaat van Tonal kost $ 3.000, ook hierbij moet je een maandelijks programma afsluiten. Mirror kost $ 1.500 plus een abonnement. Apple Fitness+ gaat $ 9,99 per maand kosten, maar daarvoor heb je hun devices en zeker een Apple Watch bij nodig. De fiets van Amazon wordt voor $ 499 in de markt gezet. Fitchannel rekent voor een jaarabonnement € 129,48.

De cijfers van Mulier Instituut laten zien dat fitness vooral een sport voor hogeropgeleiden is, wat ook geldt voor deelname aan sport in het algemeen. In 2016 was het aantal hoger opgeleiden dat aan fitness deed ruim twee keer zo groot als het aantal lager opgeleiden. Wel is de groep sporters met een lagere opleiding sinds het begin van deze eeuw iets sterker gegroeid, mogelijk doordat er meer goedkope sportscholen zijn.

Hoe mooi zou het zijn als de georganiseerde sport juist mensen die door financiële of andere omstandigheden minder toegang hebben tot sport weet te bereiken met laagdrempelige, corona-proof programma’s.

Op 7 oktober 2020 ging de uitzending van BNR Zakendoen #sporteconomie over thuis sporten. De podcast van de uitzending onder leiding van Thomas van Zijl kun je beluisteren via deze link.

Over Geld en Spelen

In BNR Zakendoen ging het op 14 februari (uiteraard) over de Olympische Spelen en commercie. Iedere twee jaar stellen journalisten dezelfde drie vragen als het over Geld en Spelen gaat:

Wat is het verdienmodel van IOC en wat gebeurt er met dat geld?

Wordt een gouden medaillewinnaar direct miljonair?

Hoe kunnen merken inhaken op het grootste sportevenement ter wereld?

Tot slot wordt er door Thomas van Zijl gevraagd naar de beste Olympische campagnes tot en met Dag 5 van de Winterspelen in Zuid-Korea. Dat zijn wat mij betreft het Samsung Smart Suit en de inhaker van Heineken op de uitleg van NBC-presentatrice Katie Couric waarom wij in Nederland zo goed kunnen schaatsen: ‘because skating is an important mode of transportation in a city like Amsterdam’.

Het interview is hier te bekijken en hier als podcast te beluisteren.

Olympische atleet wordt merkambassadeur

Door Gerard den Elt

Al haar bijna 200.000 Facebookvrienden en Twittervolgers krijgen dezer dagen subtiel een boodschap mee van tweevoudig Olympisch kampioene Naomi van As. Ooit was zij in de puberteit zelf ook een onzeker meisje, maar ze besloot door te zetten en verder te gaan met sporten, waar meer dan de helft van de jonge meiden tegenwoordig afhaakt.

De hockeymeisjes van nu en de andere volgers zien op haar sociale media een beklijvend filmpje van Van As, die al hockeyend namens maandverbandmerk Always oproept aan sport te blijven doen voor meer zelfvertrouwen, gevolgd door de hashtags #LikeAGirl #KeepPlaying.

Jonge vrouwen als aantrekkelijke doelgroep

Het is een treffend voorbeeld van de sportmarketing anno 2016. De atleet is een merkambassadeur met een maatschappelijke boodschap, gesponsord door Always van Procter & Gamble, dat in jonge vrouwen een aantrekkelijk doelgroep heeft voor zijn producten op het gebied van vrouwenhygiëne. P&G is een van de TOP (The Olympic Partners) sponsors van de Olympische Spelen en brengt die associatie tot leven met wereldwijde campagnes. In 2014 was Sven Kramer, de levenspartner van Van As, het boegbeeld van de ‘Thank You Mom’-campagne van het concern, deze Sportzomer is dat Ranomi Kromowidjojo.

Heilige drie-eenheid

Het is een heilige drie-eenheid die steeds meer opgeld doet en atleten in Rio de Janeiro tot een nieuw soort virtuele reclamezuil maakt: de aansprekende sportman of sportvrouw vertaalt een geloofwaardige boodschap via sociale media en legt meteen de verbinding naar een bijpassend merk.

Rechtstreeks toegang tot fans

De sociale media zijn het speelveld van de nieuwe lichting consumenten. Van As, Dafne Schippers, Ellen Hoog, Epke Zonderland en Marianne Vos krijgen zo rechtstreeks toegang tot hun fans en hebben daardoor mogelijkheden hun sponsors te pitchen, van Campina via Rabobank tot Auping.

Robin van Persie: 26 miljoen fans

Eind 2015 hadden veel sportmensen in hun eentje al een veel groter bereik dan het regionale dagblad of de regionale zender, becijferde het toenmalige sportonderzoeksbureau Repucom (nu: Nielsen Sports). Sommigen hadden zelfs een megabereik: Robin van Persie bediende in december vorig via Twitter, Instagram en Facebook een schare van 26 miljoen fans, onder wie heel veel Chinezen en Britten.

Max Verstappen en Ellen Hoog

Superster Christiano Ronaldo heeft zo veel volgers op Facebook (meer dan 116 miljoen) dat sponsor Nike geen traditionele tv-reclame meer inzet om nieuwe producten onder de aandacht te brengen.

Sven Kramer spant blijkens dat onderzoek in Nederland onder de niet-voetballers de kroon met 682.000 volgers. Max Verstappen, een half jaar geleden ‘nog maar’ in het bezit van 466.000 volgers, zal daar na zijn successen in de Formule 1 inmiddels ruimschoots overheen zijn.

In Rio staat hockeyster Ellen Hoog, al jaren een fenomeen op sociale media, op de eerste plaats met 329.000 volgers. Zwemster Ranomi Kromowidjojo (193.000) komt daarna, op de hielen gezeten door Naomi van As (186.000) en Dafne Schippers (160.000). Ongetwijfeld schieten die cijfers tijdens de Olympische Spelen door het dak.

Regels niet overtreden

‘Het is de democratisering van het fan zijn’, noemt Gijsbregt Brouwer het fenomeen. Brouwer ondersteunt als expert met zijn bedrijf Tyrsday tientallen Olympische atleten met het bedienen van de sportfans. Zij plaatsen boodschappen, filmpjes, selfies en – indien van toepassing – foto’s van huldigingen op Facebook, Twitter, Instagram en Snapchat.

Zonder tussenkomt van de massamedia – radio, televisie, kranten en websites – kan de Olympische atleet zo rechtstreeks communiceren met de supporters, overigens zonder de strakke Olympische regels te overtreden.

‘We delen avonturen’

Of, om met het motto van Tyrsday te spreken: ‘We vertellen geen verhalen, we delen avonturen.’ Zoals bijvoorbeeld de belevenissen in het Olympisch Dorp, de kleedkamer, het vieren van het succes of het verwerken van smart.

‘In feite kun je op die manier via de sociale media alle 242 Nederlandse sporters volgen, hoe en wát ze eten, waar ze slapen, hoe ze zich voorbereiden’, zegt Brouwer. Ook commercieel is dat interessant. Zo kunnen zelfs de sportmensen, die voor grote merken commercieel minder interessant zijn, kleinere sponsors aan zich binden.

Oprecht geïnteresseerd

Hij noemt als voorbeeld Collier International, werkzaam in de vastgoedservice. Collier ondersteunt judoka Marhinde Verkerk, die op dramatische wijze werd uitgeschakeld. ‘De technologie maakt het mogelijk om ook kleinere sponsorships te activeren en interessant te maken voor zowel de sporter als het sponsorende bedrijf.’

De commerciële boodschap wordt volgens Brouwer door die rechtstreekse relatie tussen atleet en volger ook veel krachtiger. ‘Fans die oprecht in een atleet geïnteresseerd zijn, zijn ook tot acht keer meer genegen een merk aan te bevelen dat aan die sporter verbonden is.’

Babyfoto’s gebruiken

Sportmarketeer Marcel Beerthuizen van adviesbureau bigplans noemt het in jargon ‘waardeoverdracht’. Volgens hem zijn de mogelijkheden van sociale media voor de topsport én de commercie ‘letterlijk en figuurlijk grenzeloos’.

Hij verwijst naar de Nike-campagne van Dafne Schippers, waarin babyfoto’s van de Utrechtse sprintster en andere wereldtoppers figureren. ‘Dafne, Neymar, Serena, en Piqué zijn niet als kampioen geboren. Ze hebben ervoor moeten vechten. #justdoit’, luidt een van de vele tweets van het sportmerk, die vergezeld ging van een kinderfoto van Schippers.

Je moeder bedanken

Beerthuizen: ‘Het zijn universele thema’s die in de sociale mediacampagnes worden gebruikt, zoals terug naar de kinderjaren met Nike of de Thank You Mom-campagne van Procter & Gamble, waarin sportmensen hun moeder bedanken. Ze hebben allemaal hetzelfde doel: met een betekenisvolle thematiek een verbinding maken tussen de atleet en het merk om de commerciële boodschap relevant te maken. Als je dat goed doet, wordt de fan van de atleet ook een fan van het merk.’

Die artikel is verschenen in het FD van maandag 15 augustus 2016.

Dafne zit Epke commercieel op de hielen

Door Gerard den Elt

Olympisch kampioenen Epke Zonderland en Ranomi Kromowidjojo zijn volgens onderzoeksbureau Nielsen Sports qua marketingwaarde nog altijd het meest interessant, maar atlete Dafne Schippers nadert hen aan de vooravond van de Olympische Spelen in Rio met rasse schreden.

Op basis van commerciële waarde en populariteit plaatst Nielsen Sports turner Zonderland (sponsors o.a.: Campina, VW, Gazelle en AA Drink) op de eerste plaats van de 241 Olympiërs die in Rio actief zijn. Zwemster Kromowidjojo, in het bezit van drie gouden medailles en deals met onder andere Procter & Gamble, Auping, NN Investment Partners en Arena, volgt op een tweede plaats.

Top 5

Dafne Schippers, kandidaat voor Olympisch goud in Rio op de 100 en 200 meter, volgt op de derde plaats. De top 5 wordt gecompleteerd door wielrenners Marianne Vos (4) en Tom Dumoulin.

Nielsen Sports, dat onlangs de Amsterdamse marktonderzoeker Repucom overnam en een dochter is van consumentenonderzoeksbureau Nielsen (S&P), stelt dat de commerciële waarde van Zonderland en Kromowidjojo de afgelopen jaren na hun gouden succes in Londen (2012) nauwelijks veranderd is. De bekendheid van Schippers is echter als een komeet omhooggeschoten. Twee jaar geleden kende nog maar 36 procent van de Nederlanders de blonde sprintster uit Utrecht, nu is dat 74 procent.

Celebrityscore

Het onderzoeksbureau beoordeelt niet alleen de bekendheid, maar ook de sympathie en het vertrouwen bij de Nederlandse bevolking. Op basis daarvan wordt een celebrity-score gemaakt, die vertaald wordt in commerciële waarde. Zonderland heeft op die lijst de hoogste score (76,00), gevolgd door Kromowidjojo (73,20) en Schippers (72,40). Vos scoort 71,64, Dumoulin (64,74).

Epke Zonderland is ook de bekendste Nederlandse Olympiër met een algemene bekendheid van 81 procent onder de Nederlandse bevolking.

Uit het onderzoek blijkt tevens dat Dafne Schippers volgens de enquête het meest geschikt wordt geacht als vlaggendrager bij de openingsceremonie. Achter haar volgt de sprinter Churandy Martina.

Zwemmen is volgens Nielsen Sports de sport die 41 procent van de Nederlanders het meest zullen volgen, op de voet gevolgd door voetbal (39 procent), atletiek (37 procent), wielrennen op de weg (32 procent) en hockey (31 procent).

‘Je komt haar overal tegen, zelfs op een groot billboard in een sportzaak in Kroatië’

Sportmarketeer Marcel Beerthuizen

‘Echte sprintstér’

De mening van het publiek over de commerciële waarde van Olympiërs wijkt volgens Marcel Beerthuizen van sportmarketingbureau bigplans behoorlijk af van de zakelijke werkelijkheid.

Niet Zonderland noch Kromowidjojo, maar Schippers is onder de Nederlandse Olympiërs in de ogen van Beerthuizen nu al de commerciële winnaar in Rio. Zij heeft de meeste contracten afgesloten, zoals met Nike als wereldwijd ambassadeur, maar ook met Campina, AA Drink, Ziggo, NS (‘Wij hebben Sprinters, maar er is maar één echt sprintstér!) en Nuon. Samen met onder andere de Britse Olympisch kampioen Mo Farah is zij een van de gezichten van de nieuwe schoenenlijn Nike Free 5.0.

Beerthuizen: ‘Ze is zo gewoon als ieders buurmeisje, zéér naturel. Maar ze is tevens een opvallende verschijning en een wereldtopper in de grootste sport die op de Olympische Spelen ook de meeste aandacht krijgt. En dan ook nog eens op de twee loopnummers waarvoor alle sportfans even gaan zitten, de 100 en 200 meter.’’

Billboard in Kroatië

Haar wereldwijde vermaardheid moet volgens hem niet worden onderschat. ‘Je komt haar overal tegen, zoals laatst in een sportzaak in Kroatië waar ik was en waar een groot billboard van Dafne hing. Dat zegt genoeg.’

Dat ze met bonussen voor Olympische medailles in Rio veel geld zal verdienen, vindt Beerthuizen minder interessant. ‘Ze vindt haar sport belangrijker dan geld. Dat draagt juist bij aan haar populariteit.’

Dit artikel is verschenen in het FD, 28 juli 2016.