Over de toekomst van sport in beeld

Op het gebied van distributie van sportrechten is er veel aan het veranderen. Er wordt vol ingezet op Over-The-Top (OTT), de wijze waarop partijen als Netflix en Videoland films, series en documentaires aanbieden. Steeds meer uitzend- en sportorganisaties zetten hier op in zoals NBA, UEFA, F1, ESPN+ en DAZN.

Onder aanvoering van ‘eindbaas’ Adam Silver is de NBA bezig om ook het in beeld brengen van sport te veranderen, met veel meer aandacht voor de interesse en betrokkenheid van verschillende groepen kijkers. Silver vindt de wijze waarop sport in beeld wordt gebracht hopeloos ouderwets. Hij verwacht drastische wijzigingen in de komende vijf jaar.

De NBA geeft zelf het goede voorbeeld. Via Twitter kun je live een door jou gekozen basketballer volgen. De kijker die niet beschikt over een abonnement van een kabelnetwerk of pay-per-view aanbieder kan zelfs een deel (kwart) van de uitzending van een wedstrijd kopen. NBA is ook een samenwerking met online-kanaal Twitch aangegaan. Fans kunnen wedstrijden becommentariëren en op hun eigen kanaal plaatsen, andere fans kunnen dat dan weer volgen. Steve Balmer, een van de oprichters van Microsoft en de huidige eigenaar van de LA Clippers, heeft geïnvesteerd Court Vision. Via deze techniek kunnen door middel van augmented reality statistieken en grafieken aan het live wedstrijdverslag worden toegevoegd. Ook de PGA, MLS en F1 testen nieuwe formats om meer fans te betrekken.

Technologie zal voor meer verandering gaan zorgen. Waar kun je dan aan denken? Bijvoorbeeld real time inzicht in biomedische gegevens van spelers over vermoeidheid, spierverzuring e.d. Het gebruik van big data waarmee kan worden voorspeld wat de volgende worp van een honkbal pitcher wordt en hoe de slagman, catcher en veldspelers daarop zullen reageren. Of aan de inzet van uitgebreide statistieken die in-game sportsbetting en het spelen van fantasy sports games (groot in de VS) aanjagen. Natuurlijk is en komt er (meer) regulering op het gebied van privacy en ongeoorloofde wedstrijd beïnvloeding. Dat we anders naar sport gaan kijken is zeker.

In BNR Zakendoen sporteconomie ging het op 20 maart over de toekomst van sport in beeld. Thomas van Zijl stelde de vragen vanuit Ahoy Rotterdam, de Zakenpartner was Marja Ruigrok. De uitzending is hier te bekijken en hier te beluisteren.

Over sport en economie in 2018

In de laatste uitzending van het sport&economie-item in BNR Zakendoen in 2018 keken we terug op de ontwikkelingen in het jaar 2018. Welk beeld blijft erover van dit jaar vanuit internationaal en nationaal perspectief? Hoe zit het met de investeringen van de tech bedrijven in sport? Hoe heeft de Just Do It-campagne van Nike met Colin Kaepernick zich ontwikkeld? Hoe zit het met de internationalisering van nationale voetbalcompetities als La Liga? 

Thomas van Zijl stelde de vragen. Talitha Muusse was deze uitzending de Zakenpartner.

Je kunt de uitzending hier terugkijken of hier beluisteren als podcast.

Wat verandert er nu er niets verandert in de Eredivisie?

Opinie voor SportNext naar aanleiding van de besluitvorming van de Eredivisie inzake de ‘veranderagenda’.

Als je het persbericht van de Eredivisie leest, zie je dat er wat veranderingen worden ingevoerd. Het is lief van Jan de Jong dat hij dit een evolutie noemt en geen revolutie. Als je beseft dat er in allerlei gremia twee jaar aan is gewerkt en dit alles is, kun je het eindresultaat niet anders dan teleurstellend noemen.

Is dat een groot probleem? Gaat er nu iets mis? Nee, voetbal houdt niet op te bestaan, ook de Eredivisie niet.

Daalt Oranje hierdoor af naar de onderste regionen van de FIFA-ranglijst? Ook niet. Onze ongeëvenaarde infrastructuur van voetbalverenigingen zal ervoor zorgen dat er telkens weer nieuwe talenten komen bovendrijven.

Wat gaat er dan wel gebeuren?

Vergelijk het maar met Kodak en Nokia, ondernemingen die marktleider waren in hun sector en die te laat zijn begonnen met innoveren. Alle seinen stonden op rood, maar de bestuurders wilden het niet zien. Met als gevolg de volledige ontmanteling van die bedrijven.

De noodzakelijke innovatie van de Eredivisie heeft niet alleen te maken met een kwaliteitsimpuls op het veld. Het gaat vooral om het totale aanbod van het vrijetijdsproduct dat Eredivisie is.

Als je met die bril kijkt, zie je allerlei gevaren opdoemen, die ervoor zorgen dat de aantrekkingskracht zal afnemen. Als het verschil tussen topclubs (Ajax en PSV) en de rest steeds groter wordt, als de spanning daardoor vermindert, als de kwaliteit op het veld minder wordt, als we op een andere ondergrond spelen dan de top in de sector, als we in de breedte de aansluiting met de rest van Europa verliezen, als we minder helden in eigen land hebben, als de faciliteiten in de stadions niet beter worden, is het niet moeilijk te voorspellen dat de interesse van stadionbezoekers, kijkers en volgers zal afnemen. Die wijken dan uit naar voetbal in andere landen, naar andere sporten of naar ander aanbod van vermaak. Met als gevolg dat de Eredivisie minder interessant wordt voor zenders, sponsors en investeerders. Minder interesse en minder aandacht betekent automatisch minder geld, slechtere faciliteiten en erosie van het product. Om die neerwaartse spiraal te voorkomen moet er veranderd worden in de Eredivisie, nu nog de meest aantrekkelijke en vooraanstaande sportcompetitie in ons land.

Wie gaan er in de Eredivisie het meeste problemen krijgen als er niets verandert? Ik denk dat de ontwikkelingen in retail een goed beeld geven. Het hogere segment (de Bijenkorf) en het lagere segment (Action) zullen overleven. Maar alles wat in het midden zit (V&D) gaat eraan. Vrij vertaald naar het voetbal: Ajax en PSV worden groter en rijker, Excelsior en FC Emmen houden met weinig middelen (en kunstgras) hun clubje wel in stand. Maar AZ, Vitesse en FC Utrecht krijgen het steeds moeilijker om hun kwaliteitsniveau te handhaven.

Of daardoor de wereld vergaat? Gelukkig niet. Het is alleen jammer dat ‘ons voetbal’, want dat is wat de Eredivisie is, zijn waarde als belangrijkste bijzaak in het leven gaat verliezen.

Grote commerciële sporten zoals NFL en NBA werken continu aan hun businessmodel en hun aanbod: om interessant te blijven, om nieuwe doelgroepen te binden, om (commercieel) aantrekkelijker te worden. Dat lukt hier dus niet. Eigen club eerst. Dat kun je de verantwoordelijken niet eens kwalijk nemen.

De organisatiestructuur van de Eredivisie staat iedere verandering in de weg. Het poldermodel functioneert niet meer. Het past bij sport dat iedereen een stem heeft. Het past niet bij een bedrijfstak dat iedere stem even zwaar telt.

De oplossing? Een verlicht despoot. Iemand die de sleutels krijgt en de toekomst mag bepalen met het mandaat van alle achttien.

Wie dat moet zijn? In ieder geval iemand van buiten het voetbal. Met veel ervaring in de entertainmentwereld. Iemand die snapt dat daadkracht en innovatie vereist is om verschil te maken.

Marcel Beerthuizen is directeur van bigplans en adviseert het bedrijfsleven over sponsoring en andere vormen van partnership marketing.

Gepubliceerd op de site van SportNext op 16 november 2018.

Over opportunisme in het voetbal

In BNR Zakendoen ging het op 24 oktober over Ajax en PSV in de Champions League, het korte termijn opportunisme, over de impact van het grootste clubtoernooi ter wereld op het Nederlandse voetbal en de kansen op realisatie van de ‘verander-agenda’ van de Eredivisie.

Thomas van Zijl stelde de vragen. Zakenpartner was deze woensdag Monique Ansink van Excellent Products.

Het item is hier te bekijken en hier te beluisteren.

 

Pieter moet kiezen tussen sportieve en commerciële belangen

De Olympische Spelen zullen de komende maanden grote delen van de wereldbevolking bezighouden. Vandaar dat allerlei merken deze evenementen gebruiken om nieuwe producten en innovaties te lanceren. In die strijd om de aandacht spelen ook de atleten een voorname rol. De Olympische Spelen zijn vrij van reclame in en rond de arena. In geen enkele locatie is een reclamebord met sponsornaam te bekennen, anders dan de firmanaam van de leverancier van bijvoorbeeld de tijdregistratie en de toestellen bij het turnen. Maar op de kleding van de sporters is de vermelding van de naam van het betreffende sportmerk wel toegestaan.

In de meeste landen wordt de algemene sport- en vrijetijdskleding gesponsord. Maar als het gaat om hun ‘technische materiaal’ (schoenen, fietsen, sticks, rackets, batjes et cetera) kunnen de sporters hun eigen keuze bepalen. En uiteraard wordt die keuze beinvloed door sponsorcontracten die extra inkomen voor de sporter opleveren.

Zo wordt Pieter van den Hoogenband al enkele jaren gesponsord door Nike. Van den Hoogenband ontvangt jaarlijks een basisinkomen van zo’n 150.000 euro van Nike, dat wereldwijd adverteert met PvdH. In het sponsorcontract verplicht Pieter zich uiteraard tot het gebruiken en dragen van de kleding van Nike. Het niet nakomen van die verplichting kan tot een schadevergoeding leiden. Maar daar tegenover staat de verplichting van Nike materiaal te leveren dat voldoet aan de hoogste kwaliteitseisen en dat zich kan meten met de producten van de concurrentie. Het is een interessant spanningsveld, waar sportieve en commerciële belangen soms recht tegenover elkaar kunnen staan.

Dat bleek tijdens het WK Zwemmen in 2007 in Melbourne. Het pak van Speedo bleek 0,5 seconde sneller dan de andere pakken. Reden voor Van den Hoogenband zijn Nike-broek uit te trekken en in een Speedo-broek aan de start te verschijnen. Hij had daar wel het logo uitgeknipt, maar het viel uiteraard op en werd zo een discussiepunt. Ondanks deze vertrouwensbreuk beloofden Nike en Van den Hoogenband na afloop van het WK beterschap en werd het contract gecontinueerd.

Op 14 februari presenteerde Speedo de nieuwste innovatie: het LZR Racer-pak, waaraan drie jaar is ontwikkeld. Het pak zorgt voor minder weerstand en een opwaartse druk die ervoor zorgt dat de zwemmers hoger op het water liggen. In de afgelopen weken zijn er door dit pak al meer dan 30 wereldrecords gebroken. Goed nieuws dus voor zwemmers die een contract hebben met Speedo. De rest kijkt vol verwachting naar het antwoord van zijn leverancier. In de Nike-laboratoria wordt ongetwijfeld keihard gewerkt om het verschil ongedaan te maken. Maar de grote vraag is of dat gaat lukken in de beperkte tijd die er nog rest tot de Spelen in. Dat levert een interessant dilemma op voor Van den Hoogenband. Want wat te doen als Nike er op korte termijn niet in slaagt een concurrerend pak te leveren?

In dat geval verwacht ik dat Van den Hoogenband zijn Olympische ambitie zal laten prevaleren voor de belangen van een één van zijn broodheren. De grote vraag is wat Nike doet als Van den Hoogenband zich niet aan zijn contract houdt. Het zou tot een gerechtelijke procedure kunnen leiden met als inzet een arbitraire discussie over de kwaliteit van het geleverde materiaal. Dat zou een hoop publiciteit geven, met negatieve effecten voor beide partijen. Er is een chiquere oplossing. Het is voor een dominant merk als Nike een enorme knieval toe te geven dat het materiaal van een concurrent beter is dan het eigen product. Maar Nike, het bedrijf dat zich zo nadrukkelijk profileert als het merk van topsporters, zou dit nadeel in een voordeel kunnen omdraaien. Door in een officiële verklaring het verlies te erkennen en de Nike-atleten de vrijheid te geven in concurrerende pakken te zwemmen om hun Olympische droom te kunnen verwezenlijken, wordt een verlies omgetoverd tot een krachtig statement dat de geloofwaardigheid en authenticiteit van het merk enorm ten goede komt. Wat Nike daarna rest is vier jaar tijd om in februari 2012 een unieke innovatie te presenteren. Al zal dat voor Pieter te laat komen.

Column verschenen in AD Sportwereld, 30 april 2008.