Over voetbal in de VS

Er zijn in de afgelopen decennia verschillende pogingen geweest om betaald voetbal in de Verenigde Staten te introduceren. In 1984 ging de North American Soccer League (NASL) failliet. Het lijkt erop dat de Major League Soccer, opgericht in 1996, twee jaar na het WK Voetbal dat in 1994 in de VS werd gehouden, zijn bestaansrecht heeft bewezen. De MLS is aan het uitgroeien tot een volwaardige Amerikaanse profsport.

Inmiddels staat de MLS op de derde plaats van sporten met het hoogste gemiddelde aantal bezoekers. Het moet de NFL en MLB nog voor zich dulden, maar heeft de NBA en de NHL gepasseerd. Ook interessant is dat voetbal een jonge doelgroep aan zich weet te binden. Op de high schools wordt veel gevoetbald en dat aantal groeit nog steeds, inmiddels is de verhouding jongens en meisjes ongeveer gelijk. Aanvankelijk speelden er vooral veel meer meisjes en vrouwen, wat ook verklaart waarom de Amerikaanse vrouwen de huidige Wereldkampioen zijn.

De governance van de MLS is gestoeld op het Amerikaanse sportsysteem, met een league, franchisenemers en de spelers als de drie partijen die de sport besturen. De MLS streeft naar in totaal 30 franchises in twee conferences (West en Oost). De teller staat nu op 27 clubs waarvan drie in Canada. Covid-19 heeft de ontwikkelingen doen stagneren, naar verwachting kosten de effecten van de pandemie de MLS een miljard dollar in 2020 en eenzelfde bedrag in 2021. Toch stappen er nog steeds nieuwe partijen in. Kon je eind jaren negentig voor $ 5 miljoen dollar een club oprichten, inmiddels bedraagt het vereiste startkapitaal ten minste $ 300 miljoen. Een bonte verzameling van investeerders stapt in, zoals acteur Matthew McConaughey die mede-eigenaar is van het Texaanse Austin FC dat dit jaar voor het eerst meedoet.

De laatste tien jaar is de gemiddelde clubwaarde in de MLS explosief gestegen. Het zakenblad Forbes publiceert een financiële ranglijst, waarbij de waarde is gebaseerd op de hoogte van de franchise-fee, recettes, inkomsten uit sponsoring en merchandise, tv-deals en de geschatte transferwaarde van de spelers. De meest waardevolle club is op dit moment Atlanta United met een geschatte waarde van $ 500 miljoen dollar.

Ook vorig seizoen trad er een nieuwe club toe onder aanvoering van David Beckham. De Engelsman speelde van 2007 tot 2012 voor LA Galaxy. Naast een riant salaris nam zijn manager Simon Fuller in de onderhandelingen met de MLS ook de mogelijkheid op om een franchise te starten voor een aangepaste fee van $ 25 miljoen. Dat werd Inter Miami, dat zijn thuiswedstrijden speelt in een stadion in Fort Lauderdale. Eén van de investeerders in dit project is het Japanse Softbank, dat op allerlei manieren investeert in sport start-ups. Overigens heeft het Italiaanse Inter Milano een rechtszaak aangespannen tegen Beckham c.s. vanwege het gebruik van ‘hun’ naam.

Het nieuwe MLS-seizoen is op 17 april van start gegaan. Er spelen 16 spelers met een Nederlandse achtergrond in de competitie. Jaap Stam is trainer van FC Cincinnati waar een Hollandse enclave is onder leiding van general manager Gerard Nijkamp. Bij Inter Miami staan Kelvin Leerdam en oud-Feyenoord keeper Nick Marsman op het veld. Ook aan de westkust staat er een Nederlander aan het roer: Dennis te Kloese is de general manager van LA Galaxy.

Allerlei Europese clubs waaronder Ajax en recent ook Everton hebben hun pijlen op Amerika gericht. Het is een markt om je merk te vergroten, nieuwe sponsors aan te trekken en kennis te verkopen bijvoorbeeld in de vorm van voetbalscholen en -kampen. Maar door de ontwikkeling van de sport speuren de clubs uit Europa ook naar Noord-Amerikaans talent, zoals Alphonso Davies die op 18-jarige leeftijd door Bayern München werd gescout en werd weggeplukt bij de Vancouver Whitecaps.

De MLS heeft een aantal corporate sponsors waaronder Gillette en Heineken. Begin dit seizoen tekende Procter & Gamble een vijfjarig contract met de league voor een bedrag van circa $ 100 miljoen. De nationale uitzendrechten zijn verkocht voor $ 90 miljoen per jaar. Clubs sluiten ook lokale sponsor- en mediacontracten. De naamgeving van stadions is ook een interessante inkomstenbron. Sommige clubs delen het stadion met andere sport franchises, maar er worden steeds meer eigen voetbalstadions gebouwd.

Het WK 2026 wordt in de VS, Canada en Mexico gehouden. Het is in het jaar dat de MLS 30 jaar bestaat en het zal ongetwijfeld een nieuwe boost voor het voetbal betekenen. Misschien komt dan ook het moment dat absolute topspelers niet in hun nadagen maar in de bloei van hun carrière besluiten om in de MLS te spelen. Hoe dan ook, in de VS weten ze het zeker: soccer is here to stay!

Op 5 mei 2021 ging in het BNR Zakendoen Over Sport en Geld over voetbal in de VS. De podcast van de uitzending met Thomas van Zijl en Marcel Beerthuizen kun je terugluisteren via deze link.

Over 2020 in zes woorden

Een afsluiting van een jaar betekent terugkijken, lijstjes maken, conclusies trekken, nabeschouwen. In de laatste uitzending van BNR Zakendoen ‘Over sport en economie’ blikten we terug aan de hand van zes woorden die het beeld van het vreemde jaar bepaalden.

Overigens zeggen wetenschappers dat als we later terugblikken op deze tijd, we wel hebben onthouden hoe erg het was, maar dat de crisistijd veel korter lijkt te zijn geweest dan hij daadwerkelijk geduurd heeft.

Vooralsnog staat alles nog vers in ons geheugen. Een moment voor reflectie aan de hand van zes woorden:

1. HOOP

De eerste aflevering van 2020 was op 8 januari. In de studio en de energie spoot eruit. Wat een geweldig jaar moest 2020 gaan worden. Met al die grote sportevenementen in binnen- en buitenland. Hoe zouden onze Oranje-atleten het doen? Hoe zouden adverteerders met elkaar te strijd aan gaan en wie zou dat gaan winnen? En toen was daar corona en stond alles stil. We begonnen hoopvol en we eindigen het jaar hoopvol, met vaccinaties die ons weer terug moeten brengen naar de tijden van weleer. Er is hoop maar ook onzekerheid. In Engeland gaan er stemmen op om de Premier League voor twee weken stil te leggen vanwege de enorme toename van het aantal besmettingen, ook onder voetballers waardoor verschillende wedstrijden zijn uitgesteld.

2. VERSNELLING

Versnelling gaat over fietsen. De Tour de France werd uitgesteld en verplaatst, het totale wielerseizoen in enkele maanden gepropt. Enorm belangrijk voor de sport die zo afhankelijk is van sponsoring en aandacht in de media. Versnelling staat ook voor de versnelde doorbraak van technologie. Iedereen kan thuiswerken en thuis vergaderen. Thuis sporten kan ook, of het nu wielrennen, hardlopen of fitness is. Sporten als tennis, dat problemen had met de acceptatie van de digitale ledenpas en de mogelijkheid om digitaal af te hangen, werd een handje geholpen door corona, want nu moest men wel.

3. STRUCTUUR

In BNR Zakendoen #sporteconomie gaat het regelmatig over de governance van de sport. Voetbal heeft last van het one man, one vote-systeem. Bovendien springen er regelmatig kikkers uit de kruiwagen, waardoor iedere vorm van saamhorigheid ontbreekt en het imago van een sport onder druk komt te staan. Dat (daardoor) de KNVB en NOC*NSF geen sterke positie in Den Haag hebben, bleek ook. Sport verdween van de prioriteit-lijstjes, terwijl duidelijker werd dat het belang van passieve en actieve sport belangrijker is dan ooit. Om je te vermaken en af te leiden van de ernst van de dag en om je zelf gezond en vitaal te houden als antwoord op een kwaadaardig virus. Gelukkig is er verbetering zichtbaar als het om de Haagse lobby gaat. Maar dat de KNVB besluit om beslissingen over wie wel of niet als sponsor mag toetreden uit handen te geven aan een externe organisatie (de Reclame Code Commissie), geeft macht en controle uit handen. Een krachtige organisatie loopt zelf voorop en houdt te allen tijde controle over zijn merk.

4. ACTIE

Actie gaat over de enorme energie die er vrijkomt bij partijen om er ondanks alle tegenslag iets van te maken. Met nieuwe initiatieven, nieuwe samenwerkingsverbanden. Met bubbels zodat er wel gevoetbald, gefietst en geschaatst kan worden. Met streaming video van competities zoals onder meer het basketbal dat heeft gedaan.

Actie gaat ook over sporters die zich als rolmodel inzetten voor een maatschappelijk issue. Een ontwikkeling die groter is geworden dan ooit te voren.

5. BELEVING

Het jaar 2020 heeft ons nog is nadrukkelijk gewezen op de rol van de sport in de samenleving. Een enorm belangrijke bijzaak, die we niet kunnen missen. We hebben geleerd dat toeschouwers/supporters/fans enorme belangrijk zijn de emotionele betrokkenheid voor sporters en kijkers. Geluidsbanden met supportersgeluiden verbloemen het nodige, maar het komt op geen enkele manier in de buurt van de energie van een vol stadion.

6. SAMEN

In mijn vakgebied gebruiken we liever het woord partnerships dan sponsorships. Partnerships gaan over samenwerken, ervoor zorgen dat de partners en andere betrokkenen voordeel ervaren van die samenwerking. De overheid was een enorm belangrijke partner door bedrijven en organisaties te ondersteunen. Maar sponsors en fans lieten hun sport, hun club, hun team niet in de steek. Samen werd er gezocht naar oplossingen om verder te gaan, niet op te geven.

De toekomst is onzekerder dan ooit, maar saamhorigheid zorgt ervoor dat er hoop is. Daarmee is de cirkel voor 2020 rond.

De uitzending van 30 december kun je terugluisteren via deze link. Uiteraard zijn alle podcasts van 2020 terug te luisteren. Dat kan via de site van BNR, via Anchor, Spotify, Apple Podcasts, Pocket Casts of via een andere podcast app. Zoek dan op ‘Over sport en economie’.

MVS als onderdeel van MVO en MBO

In een column in Communicatie van 11 juli jl. start Aegon directeur en Bond Van Adverteerders voorzitter Jan Driessen een discussie over verantwoorde sponsoring. Mogen we wel genieten van de – veelvuldig gelauwerde – ambush marketing van de Bavaria Babes, die zonder enig sponsorbedrag te betalen alle aandacht opeisen tijdens het WK Voetbal 2010? Of is het eigenlijk maar hufterig gedrag, waarmee je de sport en de samenleving een slechte dienst bewijst en misschien wel grote schade toebrengt? Dat is het dilemma dat Driessen ons voorlegt.

Driessen roept sportmarketingkantoren en sponsors op de handen ineen te slaan, een brancheorganisatie op te richten en een eigen code te ontwikkelen. Zo’n sportcode (er zijn al sponsorcodes voor cultuur en de zorg) moet algemene gedragsregels bevatten die de belangen van de betrokken partijen en de samenleving beschermen. Het heeft geen zin om een holle code te maken, dus moeten alle betrokken partijen zich verenigen over onderwerpen als het voorkomen van inhoudelijke inmenging met het beleid van de gesponsorde, het verbieden van belangenverstrengeling, het bewaken van een redelijke verhouding tussen de prestaties van de betrokken partijen en regels voor good governance.

De ervaring leert dat de betrokken partijen in de sport vooral aan hun eigen belang op de korte termijn denken en geen oog hebben voor het algemene (maatschappelijke) belang op de lange termijn. Ethiek is vaak ver te zoeken en het lijkt vooraf al bijna onmogelijk alle sportkikkers in de kruiwagen te krijgen, laat staan te houden. Het initiatief zal dan ook moeten komen van de adverteerders, zij die betalen en daarmee ook veel kunnen bepalen.

Ik schaar me achter het voorstel van Driessen. Iedere betrokkene zou nadrukkelijker zijn of haar verantwoordelijkheid moeten tonen. Maatschappelijk Verantwoorde Sponsoring (MVS) als onderdeel van MVO en MBO, vastgelegd in een duidelijke code. Een brancheorganisatie zou de uitstraling en professionaliteit van de sponsoringindustrie goed doen. Helaas is de branchevereniging die er was (onder de vlag van het GVR) enkele jaren geleden ter ziele gegaan. Het lijkt erop dat Driessen met zijn oproep met name een opdracht voor zijn eigen BVA heeft geformuleerd.

Column verschenen in SponsorTribune, juli 2011.

Over fusies en ruzies, tranen met tuiten en stenen door ruiten

In allerlei maatschappelijke sectoren zie je dat organisaties op zoek gaan naar vormen van samenwerking. Woningcorporaties, zorginstellingen en scholen verenigen zich, uit eigen initiatief of gedwongen door de overheid, in nieuwe structuren die tot een efficiëntere organisatie en meer kwaliteit moeten leiden. Die ontwikkeling zie je vanzelfsprekend ook in de sport.

De hockeysport groeit en professionaliseert in een enorm tempo. Dat levert spanningen op tussen de overkoepelende organisatie, de KNHB, en partijen die, zeker voor hun eigen gevoel, een belangrijke pilaar van de sport zijn. Zoals vijftien clubs uit de Hoofdklasse. Zij hebben zich verenigd in de Hockey Hoofdklasse Commanditaire Vennootschap. Als voorbeeld dient de Eredivisie CV, die succesvol is in het ontwikkelen en uitvoeren van overkoepelend beleid, zoals het aantrekken van sponsors en het opzetten van Eredivisie Live. Maar voetbal is de uitzondering op de regel. Voetbal is veruit de populairste sport van het land en heeft aantrekkingskracht op vele consumenten en bedrijven. De HHCV zou ook van andere sporten moeten leren. Zoals het volleybal, basketbal en het tafeltennis, waar de verenigingen uit de hoogste divisie hebben gepoogd controle te krijgen over de competitie. Al deze initiatieven zijn mislukt. Allereerst omdat er veel te positieve verwachtingen waren over sponsoring en andere vormen van commerciële exploitatie, zoals de verkoop van tv-rechten. Ten tweede omdat in de praktijk blijkt dat clubs vooral individuele belangen hebben en niet vanuit een collectieve visie kunnen handelen. Eigen club eerst. Met als gevolg dat bijvoorbeeld de nationale teams, nationaal en internationaal de belangrijkste boegbeelden, er onder gaan lijden. Dat leidt vervolgens tot frustratie en ruzie en de daarbij behorende negatieve publiciteit. Er is echt maar één oplossing: doe het samen. Zeker de hockeysport heeft genoeg kwaliteit in de gelederen om de groeistuipen adequaat te begeleiden.

Samenwerken zou men ook in Limburg moeten doen. De fusie tussen Roda JC en Fortuna Sittard is een thema dat steeds vaker terugkeert. Het is onafwendbaar. Met de grote kans dat MVV en VVV zich op termijn aansluiten. Het kan niet anders dat er – in Limburg en elders in het land – fusies komen in het betaalde voetbal. Daarvoor zijn de activiteiten bij enkele clubs te marginaal geworden.

Sport gaat (alleen maar) over emotie en daarom zijn deze veranderingen zo ingrijpend voor de echte fans. Voor hun gevoel is het onbestaanbaar en onacceptabel. Emoties en tradities in de sport vormen vaak een barrière om gewenste en logische vernieuwingen tot stand te brengen. Want iedere verandering roept sentimenten op en is per definitie slecht. De verhuizing van een oud voetbalstadion naar een modern theater. Het veranderen van het logo. De fusie met die vereniging die je grootste rivaal is. Tranen met tuiten en soms ook stenen door ruiten.

Als die veranderingen uiteindelijk toch met succes zijn doorgevoerd, beseft menig supporter pas hoe noodzakelijk het was. Kijk maar eens naar Fc Twente en Fc Utrecht, die zijn voortgekomen uit fusies tussen rivaliserende voetbalclubs en tot prachtige voetbalinstituten zijn uitgegroeid. Verandering kan een nieuwe toekomst opleveren. Ook al wordt het nooit meer zoals vroeger.

Column verschenen in AD Sportwereld, 27 november 2008.

Rintje for president in de schaatswereld. Yes he can!

Het oog van de media zorgt ervoor dat schermutselingen in de sportwereld vol in beeld komen. Het ontslaan van een directeur bij een groot bedrijf, iets dat dagelijks voorkomt, krijgt geen enkele aandacht. Maar als het functionarissen betreft van kleine bedrijfjes als NOC*NSF of de KNSB, beheerst dat dagenlang de media. En of die aandacht nu terecht of onterecht is, goed voor de sport is het in ieder geval niet.

Neem de KNSB. Iedere twee jaar een crisis. In korte tijd zijn zowel de voorzitter als de directeur topsport opgestapt. Toeval, zo luidt de officiële reactie, maar niets is minder waar. Het heeft alles te maken met de structuur van de bond, waarin het hoogste orgaan bestaat uit vertegenwoordigers van autonome gewesten. Die vooral oog hebben voor hun eigen belangen en sores en niet geïnteresseerd zijn in vooruitgang of groei. In deze bondsraad is de topsport niet vertegenwoordigd. En wordt er dus ook geen rekening gehouden met de belangen en uitdagingen van topsport. Topsport is in de ogen van vrijwilligers onnodig duur en asociaal. Het is een klassieke tweestrijd tussen twee werelden, die macht over elkaar willen hebben.

De KNSB heeft haar toevlucht gezocht tot een beproefde methodiek: het benoemen van een raad van wijze heren (zijn er eigenlijk geen wijze dames?), onder aanvoering van schaatsheld Ard Schenk. Het advies van Schenk c.s. zal bindend zijn.

Wat is de oplossing? De topsport onderbrengen in een separate organisatie, losgekoppeld van de amateurbond? Waarin sponsors bepalen wat er moet gebeuren? Dat is al eens geprobeerd in het volleybal, waar de topsportafdeling werd ondergebracht in een separate stichting. Interne machtstrijden en gebrek aan communicatie zorgden voor het deficit van de Stichting. Weg alle goodwill en ambitie.

Hoe moet het wel? De oplossing is eenvoudig. Zorg voor goede mensen. Zorg voor een degelijke overkoepelende structuur, waarin de topsport separaat kan opereren en kan inspelen en reageren op de behoeftes van de markt. Met een goede breedtesport afdeling, die verenigingen faciliteert en competities organiseert. Kies bestuurders die niet hun ego, maar hun kennis, ervaring en netwerken ter beschikking stellen van de sport. Die zorgen voor lange termijn beleid en de rust en ervaring hebben om de professionals hun dagelijks werk te laten doen. Professionals die de bevlogenheid hebben om met de gevoelige ego’s van sporters en coaches te werken en die in staat zijn verbanden te leggen met commerciële partners, media en overheden. En die ook begrijpen dat geen enkele sport zonder vrijwilligers kan.

Misschien moet de Commissie Schenk is denken aan het beleid waarmee Henk Kesler succes heeft geoogst. Het model Van Basten. Laat de bond leiden door een jonge man of vrouw met een hart voor sport die zijn of haar sporen op het gebied van de commercie heeft verdiend en die omringd wordt door goede adviseurs en professionals. Rintje for president. Yes he can.

Column verschenen in AD Sportwereld, 6 november 2008.