Zoals de meeste grote sporten, is ook het Amerikaanse basketbal weer van start gegaan. Alle 22 teams van de NBA zijn samengebracht in Disney World in Orlando en leven, trainen en spelen daar hun wedstrijden in een ‘Disney-bubble’. Er zijn geen toeschouwers op de tribunes, maar de wedstrijden worden met meer (robot) camera’s dan ooit in beeld gebracht. Via Microsoft ‘Togehter Mode’ zijn 320 fans zichtbaar op schermen rond het veld. Het uitspelen van de competitie tot en met 13 oktober a.s., de dag dat een eventuele Game 7 van de play-offs is gepland, kost $ 150 miljoen.
Commissioner Adam Silver schat dat de schade van Covid-19 een miljard dollar bedraagt. Niet spelen zou een nog grotere schade opleveren, ook aan uitzendorganisaties als ESPN (eigendom van Disney) dat veel voor de rechten betaalt maar ook verdient via de verkoop van reclame en tv-sponsoring. NBA neemt qua opbrengsten van de verkoop van uitzendrechten de derde plaats in van sportorganisaties, na de NFL en de Engelse Premier League.
De NBA staat volop in de belangstelling, ook door het succes van de ESPN/Netflix-serie The Last Dance over het laatste seizoen (1997/1998) van het dreamteam van de Chicago Bulls met superstar Michael Jordan. De serie laat zien dat het Amerikaanse Olympische Dream Team dat in 1992 deelnam aan de Olympische Spelen van Barcelona de NBA en zijn sterren vol in de spotlichten zette. Vanaf dat moment is niet alleen de Verenigde Staten maar ook de rest van de wereld veroverd, met China als grootste markt. NBA is lifestyle geworden; de merken van de teams en de atleten en shirts, shorts en basketbalschoenen is verbonden met de cultuur van de straat en kom je overal ter wereld tegen.
NBA-basketbal is wellicht de meest ideale commerciële sport die er is. De spelers zijn indrukwekkende sporters die hun atletische vermogen tonen, wedstrijden hebben een hoog tempo met veel scores en met zijn vele commercial breaks is een wedstrijd een ideale omgeving voor reclame, sponsoring en andere merkbelevenissen.
Ondanks onze fysieke voordelen (Nederlanders zijn het langste volk ter wereld) en de interesse in basketbal lukt het maar niet om basketbal in Nederland te laten floreren. Dat was ooit anders. In de jaren 70 en 80 markeerden zaalsporten het begin van moderne sportsponsoring en basketbal nam een prominente plaats in. Parker Leiden, Levi’s Flamingo’s, Nashua Den Bosch, de Haarlemse Basketball Week werden volop gevolgd door de media en dat trok publiek, tv-kijkers en sponsors. Vanaf het begin van deze eeuw nam de aandacht voor basketbal af: minder wedstrijdbeelden op Studio Sport, door vrijwilligers gerunde organisaties, enorme concurrentie op het gebied van sponsoring: de sleeping giant die basketbal heet, wordt maar niet wakker.
Een samenwerking van de Dutch Basketball League met de Belgische EuroMillions Basketball League zou een oplossing kunnen zijn om de sport aantrekkelijker te maken. Een andere route is de talent-route à la het Bankras-model uit het volleybal. Nederlandse jeugdteams presteren goed al is door de aantrekkingskracht van de Amerikaanse colleges het moeilijk om talenten in Nederland te houden. Een nieuwe Rik Smits of Francisco Elson of, beter nog, een succesvol Oranje kunnen voor aandacht zorgen. De snelste route om de reus te laten ontwaken is mogelijk het 3×3 basketball dat onderdeel is van de Olympische Spelen en waar Nederlandse mannen en vrouwen zich nog voor kunnen kwalificeren.
Op 5 augustus ging het in BNR Zakendoen #sporteconomie over basketbal, de reus die hier maar niet wil ontwaken. De podcast van de uitzending is hier te beluisteren.
Graag ook aandacht voor het goede artikel dat Marcel Blijlevens over basketbal schreef, dat vind je hier.