Over de onuitputtelijke vraag naar sportverhalen

Op de dag na Prinsjesdag gingen de Algemene Beschouwingen van de wereld van sport en economie over een andere koning. ‘Content is king’ is een in de sportwereld gebruikte uitdrukking om het financiële belang van exclusieve informatie en (beeld)materiaal te benadrukken.

De opkomst van video on demand-platformen als Netflix, Amazon Prime, Disney+ en de toenemende groei van streaming videodiensten als YouTube, Vimeo en Facebook Watch zorgen voor een concurrentiestrijd om de allerbeste content te vergaren. ‘Sticky’ content trekt (betalende) kijkers en adverteerders. Deze mediabedrijven hebben ook de aantrekkingskracht van sport ontdekt.

Deze week werd bekend dat Feyenoord een overeenkomst sluit met Disney+ voor het maken van een meerdelige serie over de club. Het entertainmentbedrijf zou daar € 3 miljoen voor betalen. De eerste opnamen zijn afgelopen weekend gemaakt. Ook in Utrecht wordt gefilmd. FC Utrecht heeft zelf een productiemaatschappij ingeschakeld om een serie of documentaire te maken over het 50-jarige jubileumjaar van de club. De rechten van deze productie zijn nog niet verkocht. Nieuw is het niet: twee jaar geleden bood Netflix Team Sunweb € 2 miljoen voor een serie over het team en zijn toenmalige kopman Tom Dumoulin.

Series als The Last Dance en Sunderland ‘Til I Die zijn de aansprekend voorbeelden die kijkers over de hele wereld beroeren. De serie over Sunderland, er zijn er inmiddels twee gemaakt, werd door een website prachtig omschreven: ‘Seeing a club in such utter turmoil despite clearly being loved the community is impossible to turn away from. It’s a car crash in slow motion.’. Als je dacht dat het niet erger kon, gebeurt het alsnog bij de Engelse voetbalclub. Fascinerend en tenenkrommend tegelijk, als een page-turner die je niet kunt wegleggen.

Is dit een volledige nieuwe ontwikkeling? Nee, maar voorbeelden uit het verleden kenden een andere verschijningsvorm: als film, tv-docu, video of DVD. ‘Daar hoorden zij engelen zingen’, ‘Goud’, ‘Team Blanco’: allemaal prachtige voorbeelden van ‘embedded journalism’ in de kleed- en bestuurskamers van de sport.

Mijn persoonlijke favoriet is de met een Oscar gelauwerde documentaire ‘When we were kings’ over The Rumble in the Jungle tussen Foreman en Ali. Leuk detail: de oplettende kijker ziet ook de jonge journalist Kees Jansma in beeld verschijnen.

Betekent het dat de camera’s elke dag draaien voor deze producties? Meestal wordt een beperkt aantal draaidagen afgesproken (bijvoorbeeld 10) en komen de camera’s ook te voorschijn op spannende/beslissende momenten. Het spreekt voor zich dat hoe meer beeldmateriaal er wordt gemaakt, des te beter de makers het/hun verhaal kunnen vertellen.

Het betekent ook dat deuren open moeten die voor anderen gesloten blijven. Het is het kijkje achter de schermen, waar de gewone fan niet komt, die het speciaal en aantrekkelijk maakt. Trainers en spelers moeten daarmee instemmen, het kan ook voor extra druk zorgen.

Voor sponsors is het een interessante aanvulling op hun sponsorship. Immers, de sponsors lopen automatisch mee in beeld. Bovendien kunnen zij, als het goed is geregeld, gebruik maken van de beelden van de serie voor (latere) verspreiding via eigen kanalen. Een productie over de bond, club of atleet die wordt gesponsord is ‘collateral advantage’ voor bedrijven, al is het niet geheel risicoloos, zeker niet voor merken die direct zijn betrokken bij het leveren van de sportprestaties. Als het goed is, heeft de sport een zeggenschap en vetorecht op het definitieve beeldmateriaal. Maar de spanning en aantrekkingskracht zit juist daar waar het schuurt.

Wat zijn droomprojecten voor zo’n serie? Het Nederlands Elftal uiteraard: er is sprake van zo’n project maar dat heeft door de coronacrisis vertraging opgelopen. Max Verstappen zal geweldige content opleveren. Nog mooier is het nu al volgen van een aanstormend talent dat de capaciteiten heeft om tot de wereldtop te behoren en dat uiteindelijk wel of net niet haalt. Moeilijk te voorspellen wie dat gaat worden. Het is dan ook iedere sportorganisatie aan te raden een contentmaker toe te voegen als vast lid van een begeleidingsteam. Het levert materiaal op dat je nu al kunt gebruiken en dat zo mogelijk in de toekomst nog veel meer waard wordt.

In BNR Zakendoen #sporteconomie ging het op 16 september 2020 over de onuitputtelijke vraag naar sportverhalen. De uitzending stond onder leiding van Thomas van Zijl, Zakenpartner was deze keer Wendy van Ierschot. De uitzending van BNR Zakendoen #sporteconomie kun je terugluisteren via deze link.

Over de Tour de France Édition Covid-19

In de tweede week van de Tour de France besteedde BNR Zakendoen #sporteconomie aandacht aan deze bijzondere editie.

Het evenement is van een dermate groot economisch belang voor organisator Amaury Sport Organization (A.S.O.), de wielerploegen, sponsors én de Franse overheid dat het evenement hoe dan ook moest doorgaan. In maart werd er nog gesproken over een editie zonder publiek, maar inmiddels staan er weer drommen mensen in de finish-straten en langs de hellingen waar de renners passeren. Met het verzoek aan de fans om mondkapjes te dragen, maar dat verzoek wordt lang niet door iedereen opgevolgd.

Afgelopen maandag was de eerste rustdag en ook de Covid-19 testdag voor meer dan 800 renners, stafleden en andere mensen betrokken bij de organisatie. Renners bleken niet besmet maar Tour-directeur Christian Prudhomme wel. Hij moet nu een week in quarantaine. Of de Franse eerste minister Jean Castex die afgelopen weekend met Prudhomme (met mondkapjes) in de jurywagen zat ook besmet is, zal snel blijken.

Een ploeg wordt uit de Tour gezet als ten minste twee mensen besmet zijn met het virus. Dat zou regelrechte ramp voor het team en het aanzien van het evenement betekenen. De sponsors van de teams zijn voor tenminste 65% van hun rendement afhankelijk van de Tour de France.

Het businessmodel van het professionele wielrennen verandert maar niet. Het geld wordt verdiend door de organisatoren van evenementen, die dat gefinancierd krijgen uit de verkoop van tv-rechten, sponsoring en (als dat nog lukt) bijdragen in cash en vooral in natura van overheden. De ploegen moeten het van sponsors hebben. Het is een businessmodel dat al 50 jaar zo functioneert en dat volgens oudgedienden als Brian Cookson en John Lelangue van Lotto-Soudal niet zou hoeven te veranderen. Moderne teameigenaren zoals Richard Plugge denken daar anders over, maar het lukt maar niet om alle ploegen zover te krijgen om alle gezamenlijke belangen te verenigen en te verdedigen. Ook vanuit de renners, ook in deze sport de acteurs waar het allemaal om draait, stellen zich niet eensgezind op. Tot die tijd blijft er een enorme afhankelijkheid van sponsors en dat is een wankele basis voor een duurzaam beleid. Met Jumbo heeft Plugge c.s. een investeerder die het belang van een lange termijn aanpak onderkent, een visie die ook nog eens wordt beloond met resultaten. Inmiddels komt het budget van de wieler- en schaatsploeg boven de € 20 miljoen uit, maar ploegen als Ineos Grenadiers en AG2R Citroën steken daar budgettair nog (ver) bovenuit.

In totaal zorgt een Tour per team volgens de ASO voor € 66 miljoen aan mediawaarde . Een bedrag dat erg positief berekend lijkt te zijn, maar dat in ieder geval een indicatie geeft van het grote bereik van de Tour de France.

Het evenement zorgt jaarlijks voor 24.000 uur televisie in 190 landen, waarbij 60 zenders de etappes live in beeld brengen. Dagelijks kijken dan wereldwijd zo’n 10,5 miljoen mensen live naar La Grande Boucle.

In Nederland blijven de kijkcijfers naar de NOS-uitzendingen en achtergrond-programma De Avondetappe ongeveer op het niveau van vorig jaar, ondanks dat er nu geen vakantieperiode is. De gemiddelde leeftijd van de kijker is hoog, zoals dat in algemene zin geldt voor lineaire televisie.

Vanuit verschillende hoeken is er roep om kortere etappes, andere vormen van verslaglegging en meer storytelling op social media.

Ook voor wielrensponsors geldt dat merkactivatie een cruciaal onderdeel is om tot maximaal rendement te komen. In Nederland valt de speciale merchandise-lijn van de HEMA op, opvallende wielershirts in maten voor volwassenen en kinderen. De retailer die ook winkels in het wielergekke België heeft, sloot een vierjarige overeenkomst met Team Jumbo-Visma. Onder de paraplu van ‘HEMA is fan van fietsen’ worden de shirts verkocht en waren binnen korte tijd online uitverkocht. Eind volgende week zijn de shirts weer te koop in een aantal winkels.

De uitzending van BNR Zakendoen onder leiding van Thomas van Zijl is terug te luisteren via deze link. Dat kan ook via de site van BNR of via je favoriete podcast app. Zoek dan op ‘Over sport en economie’.

Over goede tijden of slechte tijden

Het beëindigen van de sponsoring van de KNVB door PwC was aanleiding voor FD-journalist Joris Polman een artikel te schrijven over de ontwikkelingen in sportsponsoring. Dat leverde een nogal opvallende krantenkop op: ‘Gouden eeuw van sportsponsoring is voorbij’.

Een alarmerende kop bij een slecht onderbouwd artikel, nota bene naar aanleiding van het stoppen van een sponsorship dat niet te boek stond als enorm vernieuwend of spraakmakend. PwC deed 29 jaar haar ding bij de KNVB en op wat kleine uitschieters na viel dat amper op. Het leek er meer op dat men de concurrenten buiten de deur wilde houden. Concurrenten als EY dat met het Partner in Sport-sponsorship van NOC*NSF heeft laten zien hoe een B-t-B-merk succesvol kan zijn met sportsponsoring.

Hoe kwam de journalist tot zijn conclusie? De munitie werd geleverd door één kanon, niet de minste overigens: Jan Driessen, tegenwoordig van Q&A | Communicatie en in het verleden bij Aegon onder meer verantwoordelijk voor grote sportsponsorships met de KNSB en Ajax, had zijn vaste soundbites paraat.

In a nutshell: volgens Driessen is het over met sportsponsoring door de opkomst van social media, het gebrek aan effectmeting, een kritische publieke opinie waardoor sponsoring niet meer is uit te leggen (“Waarom zou ik op die manier heel veel geld van klanten weggooien?”) en de toenemende governance-regels die het moeilijker maken om relaties uit te nodigen bij gesponsorde evenementen. Het heeft er volgens Driessen voor gezorgd dat Aegon en Philips zijn gestopt als hoofdsponsor van Ajax en PSV en er geen nieuwe corporates meer in sportsponsoring stappen.

Dat de effecten van sponsoring niet te meten zijn is een fabel. Sterker nog, het is vaak eenvoudiger te meten dan de effecten van de meeste marketingcommunicatie middelen doordat je effecten bij mensen die in aanraking komen met het sponsorship kunt vergelijken met mensen die daar niet door geraakt zijn. Een ander hardnekkig misverstand is dat sponsoring risicovol is en ingeval van schandalen tot reputatieschade bij sponsors leidt. De realiteit is dat consumenten een sponsor niet verantwoordelijk houden voor wat zich bij de gesponsorde partij afspeelt. Een sponsor maakt mede mogelijk en is niet verantwoordelijk voor wangedrag, dopinggebruik, bestuurlijke chaos of wat dan ook en wordt daar ook niet op afgerekend. Het betekent overigens niet dat je je als sponsor kunt onttrekken aan discussies, maar dat is een ander interessant onderwerp.

Driessen had zijn woorden nog niet uitgesproken en de inkt op de roze pagina’s was nog niet droog of T-Mobile werd hoofdsponsor van FC Utrecht, CM.com naamgever van het circuit in Zandvoort, sloot TOTO grote deals met voetbalclubs, werd Tulp Keuken naamgever van de Heren Hoofdklasse Hockey, werd Worldstream de nieuwe sponsor van de schaatsploeg NXTGEN, werd SPAR sponsor van een aantal urban atletiekevenementen en werd ING gepresenteerd als de nieuwe partner van de KNVB Eredivisie Vrouwen.

Bovendien verschenen in de afgelopen dagen Jumbo, HEMA en Rabobank met opvallende merkactivatiecampagnes gebaseerd op hun partnerships. Juist met inzet van sociale media, die het verhaal kunnen vertellen en verspreiden en waarvan de effecten (bereik, merkvoorkeur, NPS, sympathie, sales en ga zo maar door) zo goed te meten zijn.

Partnerships en campagnes van corporates, kleine bedrijven, bekende merken en nieuwkomers. Partnerships met verschillende achtergronden: om zichtbaar te worden in de grootste sport van Nederland bij een voetbalclub die zich op allerlei manieren commercieel ontwikkelt (T-Mobile); naam te maken, een mondiale uitstraling te verwerven en een sterkere positie te krijgen in de ticketing-industrie (CM.com); het merk te versterken en veel sales te verkrijgen in een binnenkort geliberaliseerde markt (TOTO); naam te vestigen in een kwalitatieve doelgroep (Tulp Keukens); naamsbekendheid te vergroten en een stel enthousiaste topsporters te ondersteunen (Worldstream), de opkomst van stedelijke gemakswinkels te onderstrepen (SPAR); de merkbelofte (Empowering people, ook wel de purpose genoemd) en pay-off (Do Your Thing) te onderstrepen en tastbaar te maken door vrouwenvoetbal vooruit te helpen (ING). Allemaal goed uit te leggen op krantenpagina’s, via social media te verspreiden en maatschappelijke betrokkenheid (vaak een onlosmakelijk onderdeel van sponsoring) te onderstrepen. Het levert ook trots op bij de medewerkers die het belangrijk vinden dat hun werkgever een bijdrage levert. Hopelijk gaan al die sponsors ook meten wat de effecten zijn, want dat kan dus eenvoudig, maar gebeurt nog veel te weinig.

Driessen heeft een punt dat het voor corporates steeds moeilijker wordt relaties te inviteren bij evenementen. Dat geldt zeker voor financiële dienstverleners die aan allerlei regels zijn gebonden. Er zijn manieren dat op een verantwoordelijke manier op te lossen. In voetbalstadions en bij andere (sport)evenementen ontvangen allerlei bedrijven, ook corporates, nog steeds hun relaties. En ook van dit middel kun je meten wat de effecten zijn.

Was er eigenlijk ooit een gouden eeuw van sportsponsoring? Volgens mij niet, het is een vakgebied dat zich nog steeds aan het ontwikkelen is. De eurocrisis zorgde voor een financiële terugval. Het sport- en evenementenjaar 2020 had tot een nieuw hoogtepunt in de sponsorbestedingen moeten leiden (€ 820 miljoen) maar corona heeft ervoor gezorgd dat de totale bestedingen omlaaggaan en het totaal dit jaar op € 650 miljoen uitkomt. Het is een tussenstand in een onzekere tijd die nog de nodige slachtoffers zal vergen.

Sponsoring is een veelkoppig ‘monster’ met allerlei verschijningsvormen en een grote diversiteit aan partijen die van invloed zijn op het imago van het vakgebied. Zoals je goede en slechte tv-commercials hebt, heb je ook goede en slechte sponsors, gesponsorden, adviseurs en sponsorships, waarvan de slechte een Loden Sponsorring verdienen (maar die sponsorships niet minder effectief hoeven te zijn).

Sponsoring zet merken prominent op de voorgrond en is een krachtig instrument bij het bouwen van merken; vraag het maar aan Binet & Field. Het is een middel waar veel mensen verstand van denken te hebben en graag bij betrokken willen worden omdat het bestuurders en hun merken een plek in de spotlights geeft. Het is de kracht maar ook de achilleshiel van een marketingcommunicatiemiddel dat het beeld van ‘hobbyisme’, ‘onmeetbaarheid’ en ‘gevaarlijk voor merken’ moeilijk van zich af kan schudden. Het is jammer dat een kwaliteitskrant als het FD met een invloedrijke lezersgroep sponsoring zo eenzijdig heeft belicht en niet een genuanceerder artikel heeft kunnen produceren.

Het is aan alle sponsoring professionals om hun professie uit te dragen en ambassadeur te zijn. Door effecten inzichtelijk te maken, zwakke plekken te versterken, discussie te voeren over wat er beter kan en moet. The best is yet to come!

De uitzending van BNR Zakendoen #sporteconomie ging op 2 september 2020 over goede tijden of slechte tijden en kun je beluisteren via deze link.

Over oud geld en nieuw geld

In de sportwereld worden de gevestigde orde en nieuwkomers vaak met elkaar vergeleken aan de hand van geïnvesteerd kapitaal. Oud geld en nouveau riche, in het woordgebruik zit vaak de mening al opgesloten. Het gebeurde ook bij de afgelopen UEFA’s Champions League Finale tussen Bayern München en Paris St-Germain.

De kale cijfers van FCB en PSG: kosten van de selectie € 100 miljoen vs. € 620 miljoen (Neymar Jr. en Mbappé kostten samen € 402 miljoen), omzet € 829 miljoen vs. € 636 miljoen, winst € 161 miljoen vs. niet gepubliceerd. PSG heeft sinds 2011 € 1,3 miljard geïnvesteerd in de selectie, geld gefourneerd door Qatar Sports Investments, het investeringsvehikel van de oliestaat Qatar.

Old Football vs. Modern Football lijkt het wel. Maar is die vergelijking wel zo eerlijk? Bayern ‘rooft’ al jarenlang de talenten uit de Bundesliga, bijvoorkeur tegen minimale kosten. Zoals spits Lewandowski die transfervrij van Borussia Dortmund overkwam. De club bood eerder dit jaar 70 miljoen voor Coutinho, die aanvaller die uiteindelijk werd gehuurd van FC Barcelona.

Clubs als Bayern en Manchester United wijzen graag op de volgens hen ‘oneerlijke’ ondersteuning van voetbalclubs door landen als Qatar (PSG) en Abu Dhabi (Manchester City). Ook Barcelona klaagt lustig mee, de club die een schuld van meer dan 200 miljoen heeft.

Sportkoepels proberen een level playing field te creëren, bijvoorbeeld door Financial Fair Play-regels, transfersystemen zoals het draft systeem in sommige Amerikaanse sporten, salary caps en technologische spelregels zoals in de Formule 1. De realiteit is dat er altijd creatieve oplossingen worden verzonnen om aan deze regels te ontkomen.

Topsport is oneerlijk en ook in het bedrijfsleven bestaat geen level playing field; voetbal is de explosieve mix van deze twee werelden. Sport is een financieel monster dat niet te bedwingen is.

Over geld gesproken: de uitzending van BNR Zakendoen #sporteconomie van 26 augustus 2020 begon over het mogelijke vertrek van Lionel Messi bij FC Barcelona en de impact daarvan op het merk en de portemonnee van de speler, Barcelona en de club die hem overneemt.

De uitzending met Thomas van Zijl en Zakenpartner Jacqueline Smit kun je terugluisteren via deze link.

Over de nieuwe realiteit

Sinds enkele weken zijn veel sporten en sportcompetities weer begonnen na een lockdown-periode vanwege de Covid-19 pandemie.

Sommige sporten hebben hun competities afgerond zonder publiek, zoals veel voetbalcompetities in Europa. Er zijn ook sporten die voor een volledig geïsoleerde bubbel hebben gekozen, zoals de NBA, de MLS en de US Open. De UEFA heeft voor de afronding van de Champions League en de Europa League voor een soort semi-gekozen in respectievelijk Portugal en Duitsland.

De eerste oefenwedstrijden in het Nederlandse betaalde voetbal laten een afwachtende houding zien bij de supporters, de opkomst viel tegen. Waarschijnlijk vanwege het warme weer van de afgelopen weken, maar ook vanwege de vele maatregelen (ruim van tevoren aanwezig zijn in het stadion, afstand houden, mondkapjes dragen, niet mogen juichen en zingen).

Clubs hebben hun handen vol aan het indelen van de tribunes, iets dat veelal handmatig gebeurt, maar waar technologie een steeds grotere rol zal gaan spelen, zoals WaitTime. Dat vereist additionele investeringen, terwijl de inkomsten van BVO’s enorm onder druk staan. In Nederland maakt de recette van ticketverkoop (en de daaraan gekoppelde food & beverage omzet) een belangrijk deel uit van de inkomsten van een Betaald Voetbal Organisatie.

In Amerikaans onderzoek in april gaven 79% van de geïnterviewden te kennen op de komst van een vaccin te willen wachten voordat ze zich weer comfortabel genoeg voelden om naar een dichtbevolkt stadion te gaan. Recent onderzoek in Engeland laat dezelfde cijfers zien. Wat in dit onderzoek van Nielsen opvalt is dat het publiek veel van sponsors verwacht om de live sport beleving in de huiskamer en het stadion te verbeteren. Men ziet dat als een uiting van maatschappelijke betrokkenheid en consumenten tonen meer interesse in merken die zich op die manier profileren.

Ook op het gebied van lineair televisie vielen de bereikcijfers tegen. Nadat de eerste vreugde dat er weer gespeeld werd was ingedaald, keken er niet veel mensen naar de kwartfinale wedstrijden van de Champions League. Waarschijnlijk speelt ook hier het mooie weer een belangrijke rol. Naarmate de wedstrijden aan belang toenemen, nemen ook de kijkcijfers toe met de wedstrijd Bayern München – FC Barcelona als uitschieter met 1,2 miljoen kijkers naar SBS6. Het bereik van de Champions League via non-lineaire media was voor corona enorm aan het groeien en deze trend zal zich blijven voortzetten.

Ook sponsors zijn verheugd dat er weer sport te zien is, maar voor veel sponsors is de waarde van hun rechtenpakket enorm afgenomen. Minder wedstrijden, minder beleving, kijkcijfers onder druk, geen mogelijkheden tot hospitality: voor de schermen blijft het opvallend rustig maar tal van bedrijven onderhandelen over het compenseren van hun partnerships. Dat kan door de fee te verlagen, extra assets toe te voegen, tegenprestaties door te schuiven naar een later moment of de samenwerking te verlengen tegen betere condities. Er zijn ook bedrijven die het moment aangrijpen om hun partnership (tussentijds) te beëindigen. De impact hiervan zal de komende jaren voelbaar zijn en zichtbaar worden. Het goede nieuws is dat ondanks alle onzekerheid er in de meeste gevallen de bereidheid is het beste ervan te maken.

Het bezoeken van sportevenementen blijft voorlopig onder druk staan met ook nog eens de mogelijkheid op striktere regels vanuit de overheid. Er ligt een uitdaging bij sportorganisaties, uitzendorganisaties en sponsors om de sportbeleving te optimaliseren. Met een groot verschil tussen verschillende sporten. Bij Formule 1 en wielrennen is het gemis van de toeschouwers veel minder van invloed op de kijkbeleving dan bij bijvoorbeeld een voetbal- of rugbywedstrijd.

Hoe dan ook gaat de nieuwe realiteit voor een andere sportbeleving zorgen. Niet per sé slechter, soms zelfs beter. In ieder geval totaal anders dan wat we gewend waren.

De nieuwe realiteit was het thema van de uitzending van BNR Zakendoen #sporteconomie op 19 augustus 2020 en is terug te luisteren via deze link. Alle uitzendingen zijn als podcast te beluisteren op de site van BNR of via je favoriete podcast app. Zoek op ‘Sport en economie’.

Over oude namen en nieuwe namen

De Amerikaanse sportmarkt is continu in beweging. Het gesloten systeem van de profcompetities (er is geen degradatie naar lagere divisies) stimuleert investeerders om nieuwe projecten te ontwikkelen.

Na het vertrek van ijshockeyteam Seattle Titans in 1975 en het vertrek van NBA-team Seattle SuperSonics dat in 2008 naar Oklahoma verhuisde, leefde er in de stad de behoefte aan een nieuwe professioneel sportteam. In de afgelopen jaren waren er verschillende initiatieven. maar twee jaar geleden legde het consortium Seattle Hockey Partners met o.a. tv- en filmproducent Jerry Bruckheimer $ 650 miljoen op tafel voor de concessie van het 32e NHL-team. In oktober 2021 zal de eerste wedstrijd worden gespeeld in een nieuw stadion dat in aanbouw is en $ 930 miljoen kost.

Op 23 juli werd de naam van de franchise bekend gemaak.: Seattle Kraken. Een opvallende naam met een aansprekend logo, gebaseerd op een legendarisch zeemonster, dat in zowel in de literatuur als in films (zoals ‘Pirates of the Carribean’ en ‘Clash of Titans’) is verbeeld. De lancering is de meest succesvolle van een nieuwe Amerikaanse NHL-sportfranchise: meer dan 20 miljoen bezoeken van de website, 157% groei van social media volgers, 32.000 inschrijvingen voor seizoenkaarten en meer dan 13.000 bestellingen in de e-commerce winkel van de Kraken. Inmiddels staan 51.000 mensen ingeschreven op de wachtlijst voor seizoenkaarten; de nieuwe Climate Pledge Arena heeft overigens maar 18.000 plaatsen.

De tot voor kort meest succesvolle introductie was die van NHL-franchise Vegas Golden Knights, de club die zo veel entertainment in zijn evenementen stopt, met vechtende ridders en optredens van Cirque du Soleil.

Ook in Washington kwam er op 23 juli een nieuwe naam voor een sportteam. Onder druk van actiegroepen, de publieke opinie en sponsors werd de naam van NFL-club Washington Redskins aangepast tot Washington Football Team. Sponsors Amazon, Nike, Walmart en Target besloten geen merchandise meer te verkopen onder de oude naam die door de oorspronkelijke bewoners van de VS als vernederend en racistisch wordt gezien. Daarmee werd de druk op eigenaar Dan Snyder zo groot dat hij besloot tot naamsverandering. Aan een nieuwe naam wordt gewerkt.

Het veranderen van een bestaande naam brengt behoorlijk wat kosten met zich mee, maar zorgt op de wat langere termijn voor positieve impact, zo beredeneerden en berekenden twee marketing professoren.

De ontwikkelen van een naam, logo en huisstijl voor professionele sportorganisaties wordt steeds belangrijker. In Nederland zorgen veranderingen van namen en logo’s voor hoog oplaaiende discussies, die vooral door emotie en persoonlijke smaak worden gestuurd en zeker niet door zakelijke overwegingen. Een sportmarketing-les uit de VS: traditie is belangrijk, de toekomst nog veel meer.

In BNR Zakendoen #sporteconomie ging het op 12 juli 2020 over oude namen en nieuwe namen. De podcast van de uitzending onder leiding van Paul Laseur kun je vinden via deze link.

Over een reus die hier maar niet wakker wordt

Zoals de meeste grote sporten, is ook het Amerikaanse basketbal weer van start gegaan. Alle 22 teams van de NBA zijn samengebracht in Disney World in Orlando en leven, trainen en spelen daar hun wedstrijden in een ‘Disney-bubble’. Er zijn geen toeschouwers op de tribunes, maar de wedstrijden worden met meer (robot) camera’s dan ooit in beeld gebracht. Via Microsoft ‘Togehter Mode’ zijn 320 fans zichtbaar op schermen rond het veld. Het uitspelen van de competitie tot en met 13 oktober a.s., de dag dat een eventuele Game 7 van de play-offs is gepland, kost $ 150 miljoen.

Commissioner Adam Silver schat dat de schade van Covid-19 een miljard dollar bedraagt. Niet spelen zou een nog grotere schade opleveren, ook aan uitzendorganisaties als ESPN (eigendom van Disney) dat veel voor de rechten betaalt maar ook verdient via de verkoop van reclame en tv-sponsoring. NBA neemt qua opbrengsten van de verkoop van uitzendrechten de derde plaats in van sportorganisaties, na de NFL en de Engelse Premier League.

De NBA staat volop in de belangstelling, ook door het succes van de ESPN/Netflix-serie The Last Dance over het laatste seizoen (1997/1998) van het dreamteam van de Chicago Bulls met superstar Michael Jordan. De serie laat zien dat het Amerikaanse Olympische Dream Team dat in 1992 deelnam aan de Olympische Spelen van Barcelona de NBA en zijn sterren vol in de spotlichten zette. Vanaf dat moment is niet alleen de Verenigde Staten maar ook de rest van de wereld veroverd, met China als grootste markt. NBA is lifestyle geworden; de merken van de teams en de atleten en shirts, shorts en basketbalschoenen is verbonden met de cultuur van de straat en kom je overal ter wereld tegen.

NBA-basketbal is wellicht de meest ideale commerciële sport die er is. De spelers zijn indrukwekkende sporters die hun atletische vermogen tonen, wedstrijden hebben een hoog tempo met veel scores en met zijn vele commercial breaks is een wedstrijd een ideale omgeving voor reclame, sponsoring en andere merkbelevenissen.

Ondanks onze fysieke voordelen (Nederlanders zijn het langste volk ter wereld) en de interesse in basketbal lukt het maar niet om basketbal in Nederland te laten floreren. Dat was ooit anders. In de jaren 70 en 80 markeerden zaalsporten het begin van moderne sportsponsoring en basketbal nam een prominente plaats in. Parker Leiden, Levi’s Flamingo’s, Nashua Den Bosch, de Haarlemse Basketball Week werden volop gevolgd door de media en dat trok publiek, tv-kijkers en sponsors. Vanaf het begin van deze eeuw nam de aandacht voor basketbal af: minder wedstrijdbeelden op Studio Sport, door vrijwilligers gerunde organisaties, enorme concurrentie op het gebied van sponsoring: de sleeping giant die basketbal heet, wordt maar niet wakker.

Een samenwerking van de Dutch Basketball League met de Belgische EuroMillions Basketball League zou een oplossing kunnen zijn om de sport aantrekkelijker te maken. Een andere route is de talent-route à la het Bankras-model uit het volleybal. Nederlandse jeugdteams presteren goed al is door de aantrekkingskracht van de Amerikaanse colleges het moeilijk om talenten in Nederland te houden. Een nieuwe Rik Smits of Francisco Elson of, beter nog, een succesvol Oranje kunnen voor aandacht zorgen. De snelste route om de reus te laten ontwaken is mogelijk het 3×3 basketball dat onderdeel is van de Olympische Spelen en waar Nederlandse mannen en vrouwen zich nog voor kunnen kwalificeren.

Op 5 augustus ging het in BNR Zakendoen #sporteconomie over basketbal, de reus die hier maar niet wil ontwaken. De podcast van de uitzending is hier te beluisteren.

Graag ook aandacht voor het goede artikel dat Marcel Blijlevens over basketbal schreef, dat vind je hier.

Over het (ver)spreiden van sportcontent

Een nieuwe speler meldt zich op het sportveld: Twitch, het online video kanaal dat vooral bekend is van het het streamen van de ‘wedstrijdbeelden’ van gamers gaat ook in sport investeren. Twitch werd in 2014 gekocht door tech-reus Amazon en begint Twitch Sports waar allerlei beelden van sporten en sporters te zien zijn. Het kanaal maakte samenwerkingsverbanden met Real Madrid, Juventus, Paris Saint Germain en Arsenal bekend. F1-coureur Lando Norris deelt ook al zijn belevenissen met de volgers van Twitch, waarvan 70% jonger is dan 34 jaar, de doelgroep die steeds moeilijker te bereiken is via de ouderwetse (veelal lineaire) kanalen.

Dat atleten veel invloed hebben, liet Gini Wijnaldum zien door zelf een Instagram Live Stream uit te zenden van de uitreiking van de Premier League kampioenstrofee. Live keken er meer dan 200.00 mensen, inmiddels is via Instagram en YouTube en TikTok meer dan een miljoen mensen bereikt. Wijnaldum gaf een kijkje voor en achter de schermen, zonder dat er sprake was van enige regie. Dat zorgt vervolgens weer voor nieuws, want ploeggenoot James Milner schold op Manchester United en zijn fans. Heerlijke munitie voor tabloids en voetbal websites.

Sporters zijn (digitaal) soms groter dan de clubs die hun salaris betalen. Het zal dan ook niet lang duren dat ook individuele social media rechten onderdeel gaan uitmaken van de contractuele afspraken tussen sportorganisaties en atleten (voor zover dat juridisch haalbaar is).

In Nederland is een driegend (content) conflict tussen Fox Sports en Ziggo voorkomen. Fox eiste, overeenkomstig de afspraken van de zender met KPN, dat Ziggo een vergoeding voor ieder aangesloten huishouden (4 miljoen) zou moeten betalen, hetgeen een vergoeding van € 100 miljoen per jaar zou betekenen. Ziggo, een merger tussen het voormalige UPC en Ziggo dat inmiddels is samengegaan met Vodafone, betaalde tot voor kort uitsluitend voor de abonnees die zelfstandig kozen voor het kijken naar Fox Sports Eredivisie. Dat zijn circa 300.000 mensen die € 17,95 per maand betalen, waarvan 20% wordt ingehouden door Ziggo voor administratie en organisatie, een totaalbedrag van zo’n € 40 miljoen. Ziggo wilde niet verder gaan dan het inleveren van die 20% en hield voet bij stuk. Als Fox dat ook zou doen, zouden de 300.000 voetballiefhebbers vanaf 1 augustus verstoken blijven van live Eredivisie-voetbal.

Partijen hebben elkaar gevonden, ergens in het midden waarschijnlijk, details zijn niet bekend gemaakt. Goed nieuws voor de Ziggo voetbalfans. Of KPN zich nu bekocht voelt, is de volgende vraag. Antwoorden volgen tussen nu en augustus 2025, wanneer het contract tussen de Eredivisie CV en Fox (dat onderdeel van het Disney concern is geworden en dat waarschijnlijk ook in Nederland ESPN zal gaan heten), afloopt.

In BNR Zakendoen #sporteconomie ging het op 29 juli 2020 over het spreiden en verspreiden van sportcontent. De podcast van de uitzending van je hier.

Over een tussenstand

Ieder halfjaar maken we in BNR Zakendoen de balans op van de nationale en internationale sport-economische ontwikkelingen.

De halfjaarcijfers blijven vanzelfsprekende uit bij de enorme verwachtingen bij de aanvang van dit jaar. Het zag er naar uit dat 2020 records zou opleveren: een all-time high van € 490 miljoen bestedingen aan sportsponsoring. Daarnaast nog eens € 90 miljoen extra voor sponsoring van sportevenementen. Logisch als in eigen land grote evenementen als de Invictus Games, de Grand Prix van Zandvoort, Euro 2020 en de start van de Vuelta op het programma staan. En toen kwam corona…

Vanaf het moment van de intelligente lockdown zijn er ramingen gemaakt van de impact van COVID-19. NOC*NSF schatte dat de schade voor de sportwereld € 950 miljoen zou bedragen. De KNVB sprak over € 400 miljoen aan verlies in het Betaalde Voetbal.

Ook internationaal werd er gekeken naar de impact van het virus. Two Circles becijferde dat de wereldwijde uitgaven voor sportsponsorrechten als gevolg van de coronacrisis met 37% zullen dalen, van $46,1 miljard in 2019 naar $28,9 miljard in 2020. Volgens het bureau zitten de grote verliezen met name bij financiële dienstverleners, de automotive industrie, energiebedrijven en luchtvaartmaatschappijen.

In Nederland stopte easyJet met de sponsoring van het schaatsteam van Jillert Anema, een contract dat liep tot en met de Winterspelen van 2022 maar met een mogelijkheid tot beëindiging ingeval van onvoorziene omstandigheden. De bancaire sector is ook in Nederland de grootste investeerder in sponsoring. De grootbanken komen hun verplichtingen na en gaven zelfs extra fondsen voor de ondersteuning van hun partners.

In de afgelopen maanden zijn er onderzoeken gestart die meer inzicht geven in de impact. Het Mulier Instituut heeft verschillende onderzoeken gedaan en berekende dat het verlies aan sponsoringinkomsten (in cash en in kind) tot en met juni € 65 miljoen bedraagt.

Vanwege het doorschuiven van grote evenementen en competities is het nog niet duidelijk wat er met de betreffende partnerships gaat gebeuren. Volgens het Outlook onderzoek van IEG is er in de Verenigde Staten in totaal 10 miljard van de 36 miljard aan sponsorbestedingen niet geleverd. Ook in Nederland is daar sprake van een berg onvervulde tegenprestaties. Pas volgend jaar zal duidelijk worden hoe partnerships zullen worden afgewikkeld.

Het vertrouwen in sponsoring is weer licht aan het stijgen, laat de tracker van de European Sponsorship Association zien. In Nederland worden ook nog steeds nieuwe sponsorcontracten afgesloten: FC Utrecht en T-Mobile, Ajax en Acronis en Keuken Kampioen dat de naamgeving van de Eerste Divisie voor onbepaalde tijd verlengde. Covid-19 speelde nauwelijks een rol in het besluitvormingsproces van de bedrijven en onderstrepen de essentie van partnerships.

Wereldwijd onderzoek op C-level niveau laat echter zien dat het bedrijfsleven nog steeds afwachtend is. Marketingbudgetten staan onder druk, de CFO is in charge. Overheidsmaatregelen hebben voor overbrugging van financieel verlies gezorgd, maar veel partijen staat het water tot aan de lippen. Voor veel sportorganisaties is de ‘normale’ aanwezigheid van publiek een belangrijke factor om de crisis te kunnen overleven. De verdere ontwikkeling van het coronavirus (en een remedie) zal bepalend zijn hoe dit jaar wordt afgesloten.

BNR Zakendoen #sporteconomie ging op 22 juli 2020 over een tussenstand. De uitzending kun je terugluisteren via deze link.

Over het failliet van Financial Fair Play

In februari sanctioneerde de UEFA Premier League-club Manchester City met een boete van € 30 miljoen en twee jaar uitsluiting van deelname aan het miljardenbal UEFA’s Champions League. Aanleiding hiervoor was het overtreden van de Financial Fair Play regels, ingesteld door de UEFA in 2011 met als doel oneerlijke concurrentie te voorkomen. Inkomsten en uitgaven moeten met elkaar in balans zijn, clubs mogen slechts een beperkt verlies hebben en dat mag niet onbeperkt worden aangevuld door investeerders.

Manchester City had dat wel gedaan, zo bleek volgens de UEFA uit documenten die onder meer door Football Leaks en Der Spiegel in de publiciteit waren gebracht. Hoofdsponsor Etihad Airways zou op papier een sponsorcontract van € 80 miljoen hebben afgesloten terwijl 90% van dat bedrag werd betaald door de eigenaren, de Abu Dhabi United Group.

De straf van de UEFA betekende een enorme klap voor City: het niet deelnemen aan de Champions League zou op basis van de resultaten in het verleden zo’n € 200 miljoen inkomstenverlies opleveren. Bovendien zou de aantrekkingskracht van de club op trainer Guardiola en sterspelers enorm afnemen met een mogelijke uittocht tot gevolg.

Manchester City ging in beroep bij het internationale sporttribunaal CAS. De inzet was dus hoog voor de club, maar ook voor de UEFA die het opnam tegen een van de grote voetbalclubs in Europa. De UEFA handelt dit soort zaken normaal gesproken met eigen juristen af, maar voor deze zaak werden advocaten ingezet.

Afgelopen maandag was de uitspraak van het CAS en het leverde de wellicht ‘belangrijkste overwinning ooit’ voor Manchester City op. UEFA is in het ongelijk gesteld (de officiële uitspraak moet nog gepubliceerd worden); er waren geen overduidelijke malversaties op het terrein van sponsoring. Bovendien was een deel van de aanklacht verjaard, want ouder dan vijf jaar. City kreeg nog wel een tikje op de vingers vanwege het niet mee werken aan het onderzoek van UEFA: een boete van € 10 miljoen, die ze lachend zullen betalen, vanuit Abu Dhabi neem ik aan.

Het betekent een enorme klap in het gezicht van de UEFA, die het stigma van tandeloze tijger niet van zich af kan schudden. Concurrenten van City noemen de uitspraak onbegrijpelijk. Het is wel duidelijk dat de Financial Fair Play-vereisten hiermee onder druk komen te staan en dat ook in het voetbal gaat gelden dat wie betaalt ook alles kan bepalen. De krachtsverhoudingen in het Europese voetbal laten dat beeld overigens al jarenlang zien.

De UEFA heeft de Champions League als belangrijkste verdienmodel en wordt bij de organisatie daarvan continu onder druk gezet door de rijke clubs uit Engeland, Spanje, Duitsland, Italië en Frankrijk. Dat gaat over het aantal deelnemers uit die landen en over de verdeling van de sponsor- en mediagelden. De druk op UEFA zal nu nog meer toenemen. Voetbal gaat steeds meer op de echte (zaken)wereld lijken…

In BNR Zakendoen #sporteconomie ging het op woensdag 15 juli 2020 over het failliet van Financial Fair Play. Thomas van Zijl stelde de vragen. De podcast van de uitzending kun je terugluisteren via deze link.