Over oud geld en nieuw geld

In de sportwereld worden de gevestigde orde en nieuwkomers vaak met elkaar vergeleken aan de hand van geïnvesteerd kapitaal. Oud geld en nouveau riche, in het woordgebruik zit vaak de mening al opgesloten. Het gebeurde ook bij de afgelopen UEFA’s Champions League Finale tussen Bayern München en Paris St-Germain.

De kale cijfers van FCB en PSG: kosten van de selectie € 100 miljoen vs. € 620 miljoen (Neymar Jr. en Mbappé kostten samen € 402 miljoen), omzet € 829 miljoen vs. € 636 miljoen, winst € 161 miljoen vs. niet gepubliceerd. PSG heeft sinds 2011 € 1,3 miljard geïnvesteerd in de selectie, geld gefourneerd door Qatar Sports Investments, het investeringsvehikel van de oliestaat Qatar.

Old Football vs. Modern Football lijkt het wel. Maar is die vergelijking wel zo eerlijk? Bayern ‘rooft’ al jarenlang de talenten uit de Bundesliga, bijvoorkeur tegen minimale kosten. Zoals spits Lewandowski die transfervrij van Borussia Dortmund overkwam. De club bood eerder dit jaar 70 miljoen voor Coutinho, die aanvaller die uiteindelijk werd gehuurd van FC Barcelona.

Clubs als Bayern en Manchester United wijzen graag op de volgens hen ‘oneerlijke’ ondersteuning van voetbalclubs door landen als Qatar (PSG) en Abu Dhabi (Manchester City). Ook Barcelona klaagt lustig mee, de club die een schuld van meer dan 200 miljoen heeft.

Sportkoepels proberen een level playing field te creëren, bijvoorbeeld door Financial Fair Play-regels, transfersystemen zoals het draft systeem in sommige Amerikaanse sporten, salary caps en technologische spelregels zoals in de Formule 1. De realiteit is dat er altijd creatieve oplossingen worden verzonnen om aan deze regels te ontkomen.

Topsport is oneerlijk en ook in het bedrijfsleven bestaat geen level playing field; voetbal is de explosieve mix van deze twee werelden. Sport is een financieel monster dat niet te bedwingen is.

Over geld gesproken: de uitzending van BNR Zakendoen #sporteconomie van 26 augustus 2020 begon over het mogelijke vertrek van Lionel Messi bij FC Barcelona en de impact daarvan op het merk en de portemonnee van de speler, Barcelona en de club die hem overneemt.

De uitzending met Thomas van Zijl en Zakenpartner Jacqueline Smit kun je terugluisteren via deze link.

Over de nieuwe realiteit

Sinds enkele weken zijn veel sporten en sportcompetities weer begonnen na een lockdown-periode vanwege de Covid-19 pandemie.

Sommige sporten hebben hun competities afgerond zonder publiek, zoals veel voetbalcompetities in Europa. Er zijn ook sporten die voor een volledig geïsoleerde bubbel hebben gekozen, zoals de NBA, de MLS en de US Open. De UEFA heeft voor de afronding van de Champions League en de Europa League voor een soort semi-gekozen in respectievelijk Portugal en Duitsland.

De eerste oefenwedstrijden in het Nederlandse betaalde voetbal laten een afwachtende houding zien bij de supporters, de opkomst viel tegen. Waarschijnlijk vanwege het warme weer van de afgelopen weken, maar ook vanwege de vele maatregelen (ruim van tevoren aanwezig zijn in het stadion, afstand houden, mondkapjes dragen, niet mogen juichen en zingen).

Clubs hebben hun handen vol aan het indelen van de tribunes, iets dat veelal handmatig gebeurt, maar waar technologie een steeds grotere rol zal gaan spelen, zoals WaitTime. Dat vereist additionele investeringen, terwijl de inkomsten van BVO’s enorm onder druk staan. In Nederland maakt de recette van ticketverkoop (en de daaraan gekoppelde food & beverage omzet) een belangrijk deel uit van de inkomsten van een Betaald Voetbal Organisatie.

In Amerikaans onderzoek in april gaven 79% van de geïnterviewden te kennen op de komst van een vaccin te willen wachten voordat ze zich weer comfortabel genoeg voelden om naar een dichtbevolkt stadion te gaan. Recent onderzoek in Engeland laat dezelfde cijfers zien. Wat in dit onderzoek van Nielsen opvalt is dat het publiek veel van sponsors verwacht om de live sport beleving in de huiskamer en het stadion te verbeteren. Men ziet dat als een uiting van maatschappelijke betrokkenheid en consumenten tonen meer interesse in merken die zich op die manier profileren.

Ook op het gebied van lineair televisie vielen de bereikcijfers tegen. Nadat de eerste vreugde dat er weer gespeeld werd was ingedaald, keken er niet veel mensen naar de kwartfinale wedstrijden van de Champions League. Waarschijnlijk speelt ook hier het mooie weer een belangrijke rol. Naarmate de wedstrijden aan belang toenemen, nemen ook de kijkcijfers toe met de wedstrijd Bayern München – FC Barcelona als uitschieter met 1,2 miljoen kijkers naar SBS6. Het bereik van de Champions League via non-lineaire media was voor corona enorm aan het groeien en deze trend zal zich blijven voortzetten.

Ook sponsors zijn verheugd dat er weer sport te zien is, maar voor veel sponsors is de waarde van hun rechtenpakket enorm afgenomen. Minder wedstrijden, minder beleving, kijkcijfers onder druk, geen mogelijkheden tot hospitality: voor de schermen blijft het opvallend rustig maar tal van bedrijven onderhandelen over het compenseren van hun partnerships. Dat kan door de fee te verlagen, extra assets toe te voegen, tegenprestaties door te schuiven naar een later moment of de samenwerking te verlengen tegen betere condities. Er zijn ook bedrijven die het moment aangrijpen om hun partnership (tussentijds) te beëindigen. De impact hiervan zal de komende jaren voelbaar zijn en zichtbaar worden. Het goede nieuws is dat ondanks alle onzekerheid er in de meeste gevallen de bereidheid is het beste ervan te maken.

Het bezoeken van sportevenementen blijft voorlopig onder druk staan met ook nog eens de mogelijkheid op striktere regels vanuit de overheid. Er ligt een uitdaging bij sportorganisaties, uitzendorganisaties en sponsors om de sportbeleving te optimaliseren. Met een groot verschil tussen verschillende sporten. Bij Formule 1 en wielrennen is het gemis van de toeschouwers veel minder van invloed op de kijkbeleving dan bij bijvoorbeeld een voetbal- of rugbywedstrijd.

Hoe dan ook gaat de nieuwe realiteit voor een andere sportbeleving zorgen. Niet per sé slechter, soms zelfs beter. In ieder geval totaal anders dan wat we gewend waren.

De nieuwe realiteit was het thema van de uitzending van BNR Zakendoen #sporteconomie op 19 augustus 2020 en is terug te luisteren via deze link. Alle uitzendingen zijn als podcast te beluisteren op de site van BNR of via je favoriete podcast app. Zoek op ‘Sport en economie’.

Over oude namen en nieuwe namen

De Amerikaanse sportmarkt is continu in beweging. Het gesloten systeem van de profcompetities (er is geen degradatie naar lagere divisies) stimuleert investeerders om nieuwe projecten te ontwikkelen.

Na het vertrek van ijshockeyteam Seattle Titans in 1975 en het vertrek van NBA-team Seattle SuperSonics dat in 2008 naar Oklahoma verhuisde, leefde er in de stad de behoefte aan een nieuwe professioneel sportteam. In de afgelopen jaren waren er verschillende initiatieven. maar twee jaar geleden legde het consortium Seattle Hockey Partners met o.a. tv- en filmproducent Jerry Bruckheimer $ 650 miljoen op tafel voor de concessie van het 32e NHL-team. In oktober 2021 zal de eerste wedstrijd worden gespeeld in een nieuw stadion dat in aanbouw is en $ 930 miljoen kost.

Op 23 juli werd de naam van de franchise bekend gemaak.: Seattle Kraken. Een opvallende naam met een aansprekend logo, gebaseerd op een legendarisch zeemonster, dat in zowel in de literatuur als in films (zoals ‘Pirates of the Carribean’ en ‘Clash of Titans’) is verbeeld. De lancering is de meest succesvolle van een nieuwe Amerikaanse NHL-sportfranchise: meer dan 20 miljoen bezoeken van de website, 157% groei van social media volgers, 32.000 inschrijvingen voor seizoenkaarten en meer dan 13.000 bestellingen in de e-commerce winkel van de Kraken. Inmiddels staan 51.000 mensen ingeschreven op de wachtlijst voor seizoenkaarten; de nieuwe Climate Pledge Arena heeft overigens maar 18.000 plaatsen.

De tot voor kort meest succesvolle introductie was die van NHL-franchise Vegas Golden Knights, de club die zo veel entertainment in zijn evenementen stopt, met vechtende ridders en optredens van Cirque du Soleil.

Ook in Washington kwam er op 23 juli een nieuwe naam voor een sportteam. Onder druk van actiegroepen, de publieke opinie en sponsors werd de naam van NFL-club Washington Redskins aangepast tot Washington Football Team. Sponsors Amazon, Nike, Walmart en Target besloten geen merchandise meer te verkopen onder de oude naam die door de oorspronkelijke bewoners van de VS als vernederend en racistisch wordt gezien. Daarmee werd de druk op eigenaar Dan Snyder zo groot dat hij besloot tot naamsverandering. Aan een nieuwe naam wordt gewerkt.

Het veranderen van een bestaande naam brengt behoorlijk wat kosten met zich mee, maar zorgt op de wat langere termijn voor positieve impact, zo beredeneerden en berekenden twee marketing professoren.

De ontwikkelen van een naam, logo en huisstijl voor professionele sportorganisaties wordt steeds belangrijker. In Nederland zorgen veranderingen van namen en logo’s voor hoog oplaaiende discussies, die vooral door emotie en persoonlijke smaak worden gestuurd en zeker niet door zakelijke overwegingen. Een sportmarketing-les uit de VS: traditie is belangrijk, de toekomst nog veel meer.

In BNR Zakendoen #sporteconomie ging het op 12 juli 2020 over oude namen en nieuwe namen. De podcast van de uitzending onder leiding van Paul Laseur kun je vinden via deze link.

Over een reus die hier maar niet wakker wordt

Zoals de meeste grote sporten, is ook het Amerikaanse basketbal weer van start gegaan. Alle 22 teams van de NBA zijn samengebracht in Disney World in Orlando en leven, trainen en spelen daar hun wedstrijden in een ‘Disney-bubble’. Er zijn geen toeschouwers op de tribunes, maar de wedstrijden worden met meer (robot) camera’s dan ooit in beeld gebracht. Via Microsoft ‘Togehter Mode’ zijn 320 fans zichtbaar op schermen rond het veld. Het uitspelen van de competitie tot en met 13 oktober a.s., de dag dat een eventuele Game 7 van de play-offs is gepland, kost $ 150 miljoen.

Commissioner Adam Silver schat dat de schade van Covid-19 een miljard dollar bedraagt. Niet spelen zou een nog grotere schade opleveren, ook aan uitzendorganisaties als ESPN (eigendom van Disney) dat veel voor de rechten betaalt maar ook verdient via de verkoop van reclame en tv-sponsoring. NBA neemt qua opbrengsten van de verkoop van uitzendrechten de derde plaats in van sportorganisaties, na de NFL en de Engelse Premier League.

De NBA staat volop in de belangstelling, ook door het succes van de ESPN/Netflix-serie The Last Dance over het laatste seizoen (1997/1998) van het dreamteam van de Chicago Bulls met superstar Michael Jordan. De serie laat zien dat het Amerikaanse Olympische Dream Team dat in 1992 deelnam aan de Olympische Spelen van Barcelona de NBA en zijn sterren vol in de spotlichten zette. Vanaf dat moment is niet alleen de Verenigde Staten maar ook de rest van de wereld veroverd, met China als grootste markt. NBA is lifestyle geworden; de merken van de teams en de atleten en shirts, shorts en basketbalschoenen is verbonden met de cultuur van de straat en kom je overal ter wereld tegen.

NBA-basketbal is wellicht de meest ideale commerciële sport die er is. De spelers zijn indrukwekkende sporters die hun atletische vermogen tonen, wedstrijden hebben een hoog tempo met veel scores en met zijn vele commercial breaks is een wedstrijd een ideale omgeving voor reclame, sponsoring en andere merkbelevenissen.

Ondanks onze fysieke voordelen (Nederlanders zijn het langste volk ter wereld) en de interesse in basketbal lukt het maar niet om basketbal in Nederland te laten floreren. Dat was ooit anders. In de jaren 70 en 80 markeerden zaalsporten het begin van moderne sportsponsoring en basketbal nam een prominente plaats in. Parker Leiden, Levi’s Flamingo’s, Nashua Den Bosch, de Haarlemse Basketball Week werden volop gevolgd door de media en dat trok publiek, tv-kijkers en sponsors. Vanaf het begin van deze eeuw nam de aandacht voor basketbal af: minder wedstrijdbeelden op Studio Sport, door vrijwilligers gerunde organisaties, enorme concurrentie op het gebied van sponsoring: de sleeping giant die basketbal heet, wordt maar niet wakker.

Een samenwerking van de Dutch Basketball League met de Belgische EuroMillions Basketball League zou een oplossing kunnen zijn om de sport aantrekkelijker te maken. Een andere route is de talent-route à la het Bankras-model uit het volleybal. Nederlandse jeugdteams presteren goed al is door de aantrekkingskracht van de Amerikaanse colleges het moeilijk om talenten in Nederland te houden. Een nieuwe Rik Smits of Francisco Elson of, beter nog, een succesvol Oranje kunnen voor aandacht zorgen. De snelste route om de reus te laten ontwaken is mogelijk het 3×3 basketball dat onderdeel is van de Olympische Spelen en waar Nederlandse mannen en vrouwen zich nog voor kunnen kwalificeren.

Op 5 augustus ging het in BNR Zakendoen #sporteconomie over basketbal, de reus die hier maar niet wil ontwaken. De podcast van de uitzending is hier te beluisteren.

Graag ook aandacht voor het goede artikel dat Marcel Blijlevens over basketbal schreef, dat vind je hier.

Over het (ver)spreiden van sportcontent

Een nieuwe speler meldt zich op het sportveld: Twitch, het online video kanaal dat vooral bekend is van het het streamen van de ‘wedstrijdbeelden’ van gamers gaat ook in sport investeren. Twitch werd in 2014 gekocht door tech-reus Amazon en begint Twitch Sports waar allerlei beelden van sporten en sporters te zien zijn. Het kanaal maakte samenwerkingsverbanden met Real Madrid, Juventus, Paris Saint Germain en Arsenal bekend. F1-coureur Lando Norris deelt ook al zijn belevenissen met de volgers van Twitch, waarvan 70% jonger is dan 34 jaar, de doelgroep die steeds moeilijker te bereiken is via de ouderwetse (veelal lineaire) kanalen.

Dat atleten veel invloed hebben, liet Gini Wijnaldum zien door zelf een Instagram Live Stream uit te zenden van de uitreiking van de Premier League kampioenstrofee. Live keken er meer dan 200.00 mensen, inmiddels is via Instagram en YouTube en TikTok meer dan een miljoen mensen bereikt. Wijnaldum gaf een kijkje voor en achter de schermen, zonder dat er sprake was van enige regie. Dat zorgt vervolgens weer voor nieuws, want ploeggenoot James Milner schold op Manchester United en zijn fans. Heerlijke munitie voor tabloids en voetbal websites.

Sporters zijn (digitaal) soms groter dan de clubs die hun salaris betalen. Het zal dan ook niet lang duren dat ook individuele social media rechten onderdeel gaan uitmaken van de contractuele afspraken tussen sportorganisaties en atleten (voor zover dat juridisch haalbaar is).

In Nederland is een driegend (content) conflict tussen Fox Sports en Ziggo voorkomen. Fox eiste, overeenkomstig de afspraken van de zender met KPN, dat Ziggo een vergoeding voor ieder aangesloten huishouden (4 miljoen) zou moeten betalen, hetgeen een vergoeding van € 100 miljoen per jaar zou betekenen. Ziggo, een merger tussen het voormalige UPC en Ziggo dat inmiddels is samengegaan met Vodafone, betaalde tot voor kort uitsluitend voor de abonnees die zelfstandig kozen voor het kijken naar Fox Sports Eredivisie. Dat zijn circa 300.000 mensen die € 17,95 per maand betalen, waarvan 20% wordt ingehouden door Ziggo voor administratie en organisatie, een totaalbedrag van zo’n € 40 miljoen. Ziggo wilde niet verder gaan dan het inleveren van die 20% en hield voet bij stuk. Als Fox dat ook zou doen, zouden de 300.000 voetballiefhebbers vanaf 1 augustus verstoken blijven van live Eredivisie-voetbal.

Partijen hebben elkaar gevonden, ergens in het midden waarschijnlijk, details zijn niet bekend gemaakt. Goed nieuws voor de Ziggo voetbalfans. Of KPN zich nu bekocht voelt, is de volgende vraag. Antwoorden volgen tussen nu en augustus 2025, wanneer het contract tussen de Eredivisie CV en Fox (dat onderdeel van het Disney concern is geworden en dat waarschijnlijk ook in Nederland ESPN zal gaan heten), afloopt.

In BNR Zakendoen #sporteconomie ging het op 29 juli 2020 over het spreiden en verspreiden van sportcontent. De podcast van de uitzending van je hier.

Over een tussenstand

Ieder halfjaar maken we in BNR Zakendoen de balans op van de nationale en internationale sport-economische ontwikkelingen.

De halfjaarcijfers blijven vanzelfsprekende uit bij de enorme verwachtingen bij de aanvang van dit jaar. Het zag er naar uit dat 2020 records zou opleveren: een all-time high van € 490 miljoen bestedingen aan sportsponsoring. Daarnaast nog eens € 90 miljoen extra voor sponsoring van sportevenementen. Logisch als in eigen land grote evenementen als de Invictus Games, de Grand Prix van Zandvoort, Euro 2020 en de start van de Vuelta op het programma staan. En toen kwam corona…

Vanaf het moment van de intelligente lockdown zijn er ramingen gemaakt van de impact van COVID-19. NOC*NSF schatte dat de schade voor de sportwereld € 950 miljoen zou bedragen. De KNVB sprak over € 400 miljoen aan verlies in het Betaalde Voetbal.

Ook internationaal werd er gekeken naar de impact van het virus. Two Circles becijferde dat de wereldwijde uitgaven voor sportsponsorrechten als gevolg van de coronacrisis met 37% zullen dalen, van $46,1 miljard in 2019 naar $28,9 miljard in 2020. Volgens het bureau zitten de grote verliezen met name bij financiële dienstverleners, de automotive industrie, energiebedrijven en luchtvaartmaatschappijen.

In Nederland stopte easyJet met de sponsoring van het schaatsteam van Jillert Anema, een contract dat liep tot en met de Winterspelen van 2022 maar met een mogelijkheid tot beëindiging ingeval van onvoorziene omstandigheden. De bancaire sector is ook in Nederland de grootste investeerder in sponsoring. De grootbanken komen hun verplichtingen na en gaven zelfs extra fondsen voor de ondersteuning van hun partners.

In de afgelopen maanden zijn er onderzoeken gestart die meer inzicht geven in de impact. Het Mulier Instituut heeft verschillende onderzoeken gedaan en berekende dat het verlies aan sponsoringinkomsten (in cash en in kind) tot en met juni € 65 miljoen bedraagt.

Vanwege het doorschuiven van grote evenementen en competities is het nog niet duidelijk wat er met de betreffende partnerships gaat gebeuren. Volgens het Outlook onderzoek van IEG is er in de Verenigde Staten in totaal 10 miljard van de 36 miljard aan sponsorbestedingen niet geleverd. Ook in Nederland is daar sprake van een berg onvervulde tegenprestaties. Pas volgend jaar zal duidelijk worden hoe partnerships zullen worden afgewikkeld.

Het vertrouwen in sponsoring is weer licht aan het stijgen, laat de tracker van de European Sponsorship Association zien. In Nederland worden ook nog steeds nieuwe sponsorcontracten afgesloten: FC Utrecht en T-Mobile, Ajax en Acronis en Keuken Kampioen dat de naamgeving van de Eerste Divisie voor onbepaalde tijd verlengde. Covid-19 speelde nauwelijks een rol in het besluitvormingsproces van de bedrijven en onderstrepen de essentie van partnerships.

Wereldwijd onderzoek op C-level niveau laat echter zien dat het bedrijfsleven nog steeds afwachtend is. Marketingbudgetten staan onder druk, de CFO is in charge. Overheidsmaatregelen hebben voor overbrugging van financieel verlies gezorgd, maar veel partijen staat het water tot aan de lippen. Voor veel sportorganisaties is de ‘normale’ aanwezigheid van publiek een belangrijke factor om de crisis te kunnen overleven. De verdere ontwikkeling van het coronavirus (en een remedie) zal bepalend zijn hoe dit jaar wordt afgesloten.

BNR Zakendoen #sporteconomie ging op 22 juli 2020 over een tussenstand. De uitzending kun je terugluisteren via deze link.

Over het failliet van Financial Fair Play

In februari sanctioneerde de UEFA Premier League-club Manchester City met een boete van € 30 miljoen en twee jaar uitsluiting van deelname aan het miljardenbal UEFA’s Champions League. Aanleiding hiervoor was het overtreden van de Financial Fair Play regels, ingesteld door de UEFA in 2011 met als doel oneerlijke concurrentie te voorkomen. Inkomsten en uitgaven moeten met elkaar in balans zijn, clubs mogen slechts een beperkt verlies hebben en dat mag niet onbeperkt worden aangevuld door investeerders.

Manchester City had dat wel gedaan, zo bleek volgens de UEFA uit documenten die onder meer door Football Leaks en Der Spiegel in de publiciteit waren gebracht. Hoofdsponsor Etihad Airways zou op papier een sponsorcontract van € 80 miljoen hebben afgesloten terwijl 90% van dat bedrag werd betaald door de eigenaren, de Abu Dhabi United Group.

De straf van de UEFA betekende een enorme klap voor City: het niet deelnemen aan de Champions League zou op basis van de resultaten in het verleden zo’n € 200 miljoen inkomstenverlies opleveren. Bovendien zou de aantrekkingskracht van de club op trainer Guardiola en sterspelers enorm afnemen met een mogelijke uittocht tot gevolg.

Manchester City ging in beroep bij het internationale sporttribunaal CAS. De inzet was dus hoog voor de club, maar ook voor de UEFA die het opnam tegen een van de grote voetbalclubs in Europa. De UEFA handelt dit soort zaken normaal gesproken met eigen juristen af, maar voor deze zaak werden advocaten ingezet.

Afgelopen maandag was de uitspraak van het CAS en het leverde de wellicht ‘belangrijkste overwinning ooit’ voor Manchester City op. UEFA is in het ongelijk gesteld (de officiële uitspraak moet nog gepubliceerd worden); er waren geen overduidelijke malversaties op het terrein van sponsoring. Bovendien was een deel van de aanklacht verjaard, want ouder dan vijf jaar. City kreeg nog wel een tikje op de vingers vanwege het niet mee werken aan het onderzoek van UEFA: een boete van € 10 miljoen, die ze lachend zullen betalen, vanuit Abu Dhabi neem ik aan.

Het betekent een enorme klap in het gezicht van de UEFA, die het stigma van tandeloze tijger niet van zich af kan schudden. Concurrenten van City noemen de uitspraak onbegrijpelijk. Het is wel duidelijk dat de Financial Fair Play-vereisten hiermee onder druk komen te staan en dat ook in het voetbal gaat gelden dat wie betaalt ook alles kan bepalen. De krachtsverhoudingen in het Europese voetbal laten dat beeld overigens al jarenlang zien.

De UEFA heeft de Champions League als belangrijkste verdienmodel en wordt bij de organisatie daarvan continu onder druk gezet door de rijke clubs uit Engeland, Spanje, Duitsland, Italië en Frankrijk. Dat gaat over het aantal deelnemers uit die landen en over de verdeling van de sponsor- en mediagelden. De druk op UEFA zal nu nog meer toenemen. Voetbal gaat steeds meer op de echte (zaken)wereld lijken…

In BNR Zakendoen #sporteconomie ging het op woensdag 15 juli 2020 over het failliet van Financial Fair Play. Thomas van Zijl stelde de vragen. De podcast van de uitzending kun je terugluisteren via deze link.

Over sport en nationaliteit

Het promotieonderzoek van Joost Jansen aan de Erasmus Universiteit was aanleiding voor het onderwerp van BNR Zakendoen #sporteconomie op 8 juli. Onder de titel ‘Wie kan de natie vertegenwoordigen?’ promoveerde Jansen op een onderzoek naar ‘het wijdverspreide idee dat landen in toenemende mate vertegenwoordigd worden door atleten die geboren zijn in andere landen’. Aanleiding voor het onderzoek van Jansen was de commotie over de ‘Plastic-Brits’. TeamGB had bij de ’thuisSpelen’ in Londen 61 atleten met een migratieachtergrond. Zij werden door de Daily Mail als namaak-Britten weggezet.

Het lijkt erop dat de controverse over ’topsport-migranten’ toeneemt. Globalisering en migratie zouden het gevoel versterken dat er steeds meer sporters voor een ander land uitkomen dan hun geboorteland. Jansen komt tot de conclusie dat dit niet het geval is op basis van onderzoek naar elf zogenaamde ‘immigratielanden’. In 1948 was het 7 procent, bij de laatste Spelen was dat 9 procent. De Nederlandse Olympische afvaardigingen hebben een wat hoger percentage, o.a. door de aanwezigheid van sporters uit voormalige koloniën.

Volgens Jansen is het aandeel van migrerende sporters op de Olympische Spelen aan het afnemen. De belangrijkste oorzaken om uit te komen voor een ander land hebben naast migratie van bijvoorbeeld vluchtelingen te maken met werk, studie, liefde of familieband.

Er zijn ook sporters die vanwege de grootte ’topsportersdichtheid’ besluiten voor een ander land uit te komen, zoals de schaatsbelg Bart Veldkamp en de schaatscanadees Ted-Jan Bloemen. ‘Economische’ sportmigranten zijn er eveneens, zoals Keniaanse atleten die door Qatar zijn genaturaliseerd. Jansen heeft deze cijfers niet kunnen onderzoeken, maar volgens hem gaat het om een begrijpelijk maar ook te verwaarlozen aantal atleten.

Het is bij vele Olympische sporten veel eenvoudiger om ‘over te stappen’ dan bij bijvoorbeeld voetbal. Het IOC hanteert een overstappauze van ongeveer drie jaar, maar het kan ook sneller gaan. In het voetbal heeft FIFA bepaald dat een speler die eenmaal is uitgekomen voor een A-elftal van een land niet meer voor een ander land kan uitkomen, iets dat in het verleden niet zo strikt was geregeld. Daarbij is er wel een ruime interpretatie van nationaliteit: er kan gekozen worden uit het land waar de speler (m/v) woont/speelt, maar ook uit de geboortelanden van ouders en grootouders.

Een ander interessant aspect van is de beleving van prestaties van sporters. Hebben Nederlanders een ander gevoel bij een Tour-zege van de Slovaak Primo Roglic die voor het Nederlandse Team Jumbo-Visma rijdt dan bij het aandeel van Dusan Tadic aan de successen van Ajax?

Volgens Team Jumbo-Visma directeur Richard Plugge is dat gevoel identiek, maar ik betwijfel dat. Het gevoel van betrokkenheid is in mijn ogen groter bij de teamsport voetbal met een club met een lange traditie. Ik denk dat dat ook voor sponsors geldt, al zal niemand dat uitspreken. Misschien is het een interessant onderwerp voor een vervolgonderzoek van Joost Jansen.

Een andere meer filosofische vraag is de toekomstige rol van nationaliteit in de sport. Exceptionele Oranje-prestaties zorgen voor saamhorigheid, verbinding en geluk. Maar je kunt je ook voorstellen dat de Olympische Spelen uitgroeien tot een evenement waar de sportprestaties centraal staan, geleverd door de beste atleten in de betreffende tak van sport. Als we daarvoor juichen, is dat niet het optimale bewijs van verbroedering?

In BNR Zakendoen #sporteconomie van 8 juli 2020 ging het over sport en nationaliteit. De podcast van de uitzending is terug te luisteren via deze link.

Over jeugdliefdes

Het was niet zo’n moment waarvan je kunt zeggen “Waar was jij toen…?”, maar de terugkeer van Arjen Robben was een paar dagen wereldnieuws in Nederland.

‘Voetbal-ster keert terug bij oude liefde’, het zijn de verhalen waar liefhebbers en romantici van smullen. Robben was een jaar geleden gestopt bij Bayern München. Op de dag van de verhuizing van zijn gezin van München naar Groningen komt ook de aankondiging dat hij weer gaat spelen voor de plaatselijke FC, bij de club waar zijn profcarrière begon.

Supporters blij want hun oproep #arjenvolgjehart is uitgekomen. FC Groningen blij want meteen een boost in de sales van seizoenkaarten en VIP-boxen. Sponsors Office Center, Payt en Puma blij want de logo’s staan prominent op het shirt dat werkelijk overal te zien was. Clubs blij want er trekt een wereldster langs de stadions in ons land. Eredivisie blij want zeker in Duitsland zal de interesse in beelden van een voetballende Robben groot zijn.

Wat betekent dit voor Robben zelf? Hij neemt ondanks zijn enorme waarde op en buiten het veld genoegen met een modaal FC Groningen-salaris en bovendien hoeft hij niet betaald te worden als hij geblesseerd is. Dat past bij een club die onlangs 11 medewerkers moest ontslaan vanwege de impact van de coronacrisis.

Zijn er voor Robben zelf risico’s verbonden aan zijn terugkeer? Marc Overmars deed ooit hetzelfde. Nadat hij in 2005 was gestopt bij Barcelona, besloot hij in 2008 voor zijn club Go Ahead Eagles te gaan spelen in de toenmalige Jupiler League . Het zou 24 duels duren en ik kan me er niets meer van herinneren. Wel van de hoogtepunten uit zijn loopbaan. Is dat het bewijs dat Robben niets te verliezen heeft?

Wie weet zorgt Robben voor een geweldige apotheose van zijn exceptionele loopbaan. Hoe dan ook, als een speler van zijn kaliber de liefde voor zijn club en het spel verkiest boven geld of het bereiken van het allerhoogste, is alles wat hij doet goed.

In BNR Zakendoen #sporteconomie van 1 juli 2020 ging het over jeugdliefdes. De uitzending met vragen van Thomas van Zijl vind je terug via deze link of via je favoriete podcast app. Zoek dan op ‘Over sport en economie’.

Over verzilverbare populariteit

Het vermarkten van hun commerciële waarde van topsporters wordt steeds belangrijker. De nieuwe nummer 1 op de Forbes-lijst van beste verdienende atleten is Roger Federer. Hij verdiende afgelopen jaar $ 106,3 miljoen waarvan $ 6,3 miljoen aan prijzengeld en $ 100 miljoen aan commerciële contracten. De groei van sociale media heeft ervoor gezorgd dat neveninkomsten meer opbrengen dan salarissen.

Het commerciele portretrecht van een bekend persoon wordt ook wel verzilverbare populariteit genoemd.

Het begrip portert wordt ruim geinterpreteerd, het kan ook een kenmerkende houding zijn of een herkenbaar moment zoals de zweefduikkopbal van Robin van Persie tegen Spanje op het WK 2014. Het betekent dat merken die commercieel gebruik willen maken van een bekende persoonlijkheid daarvoor toestemming moeten vragen. Die toestemming is bijna altijd gekoppeld aan een vergoeding.

Doet het bedrijf dat niet, dan kan de geportretteerde om een schadevergoeding vragen., mits er sprake is van een commercieel belang. Soms vragen bedrijven bewust niet om toestemming in de hoop daarmee publicitaire aandacht te krijgen.

Er is in Nederland is veel jurisprudentie over dit onderwerp, zoals over de zaak Arnold Vanderlyde vs. Panorama, waarbij Vanderlyde in het gelijk werd gesteld omdat Panorama een poster van Vanderlyde, die in die tijd werd gesponsord door Nieuwe Revu, had afgebeeld. Panorama moest een schadevergoeding van 30.000 gulden betalen.

In 2016 plaatste online supermarkt Picnic een filmpje op Facebook waarin een lookalike van Max Verstappen, gesponsord door Jumbo, levensmiddelen gaat bezorgen. Bij toeval startte Jumbo de dag met het uitzenden van een soortgelijke tv-commercial, waarin de echte Max met zijn Formule 1-bolide boodschappen bezorgd.

Verstappen was boos vanwege het gebruik maken van zijn bekendheid, ook nog eens door een concurrent van een belangrijke sponsor. In 2018 stelde de rechtbank van Amsterdam Verstappen in het gelijk en veroordeelde Picnic tot het betalen van een vergoeding van € 150.000, overigens € 200.000 minder dan Verstappen had gevraagd.

In het hoger beroep in deze zaak stelde het gerechtshof in Amsterdam Picnic alsnog in het gelijk. Er was volgens het Hof duidelijk sprake van een parodie en de inzet van een lookalike en niet Verstappen zelf, iedereen kon zien dat het hier om een persiflage te doen was. Volgens het hof gaat het portretrecht niet zover dat het zich uitstrekt tot verspreiding van beeldmateriaal waarin bepaalde kenmerken van de verschijning van een persoon door een ander worden uitgebeeld, nagespeeld of nagebootst en ook niet wanneer dit met opzet gebeurt.

Een opvallende uitspraak, omdat vooral het gelijkende gestalte van Verstappen in beeld was gebracht en deze uitspraak er vooralsnog voor zorgt dat bekende persoonlijkheden minder goed beschermd zijn.

In BNR Zakendoen #sporteconomie van 24 juni 2020 ging het over de commerciële marktwaarde van atleten. De uitzending is terug te luisteren via deze link.