Tijd voor verandering

Met ingang van 18 mei ben ik de nieuwe algemeen directeur van SOS-Kinderdorpen. Een geweldige uitdaging, waarbij ik de kennis en ervaring die ik in de afgelopen 21 jaar heb opgedaan ga inzetten voor wees- en verlaten kinderen.

SOS-Kinderdorpen is al 60 jaar met dit prachtige werk bezig. Geen hit-and-run hulpverlening, maar continue zorg op de plekken waar kinderen dat nodig hebben. Er zijn op dit moment 500 SOS-kinderdorpen in 132 landen.

De goede doelen-markt wordt steeds competitiever, waarbij donateurs, sponsors en subsidiënten exact willen weten hoe het geld besteed wordt en wat de effecten van het werk zijn. Doelstelling voor SOS-Kinderdorpen is in 2016 één miljoen kwetsbare kinderen te laten opgroeien in een liefdevol gezin.

Ik ga mijn bijdrage leveren.

Onderstaand het persbericht.

Persbericht

Marcel Beerthuizen nieuwe algemeen directeur SOS-Kinderdorpen

Amsterdam, 23 april 2009

Per 18 mei aanstaande begint Marcel Beerthuizen als algemeen directeur van SOS-Kinderdorpen Nederland. Beerthuizen volgt in deze functie Albert Jaap van Santbrink op die zich zes jaar voor de internationale kinderhulporganisatie heeft ingezet. Beerthuizen is expert op het gebied van sponsoring en merkbeleving en was voorheen werkzaam bij diverse gerenommeerde reclamebureaus.

Zijn jarenlange ervaring binnen de marketingwereld wil Beerthuizen nu inzetten voor fondsenwerving om weeskinderen en verlaten kinderen blijvend op te vangen in een gezin. Dit is geen nieuw vakgebied voor hem: Beerthuizen is gespecialiseerd in experience en partnership marketing en op het terrein van sponsoring en merkbeleving is hij een veelgevraagd spreker, columnist en docent.

Beerthuizen is enthousiast over zijn nieuwe functie: “Ik heb altijd geweten dat ik uiteindelijk voor een goed doel zou gaan werken. Na 21 jaar ervaring op te hebben gedaan in de commerciële wereld hoop ik deze kennis nu toe te kunnen passen op deze bijzondere organisatie. Wat is er mooier dan wees- en verlaten kinderen overal ter wereld een kansrijke toekomst te kunnen geven?”

Karien van Gennip, voorzitter Raad van Toezicht SOS-Kinderdorpen: “We zijn blij met de komst van Marcel en hebben er alle vertrouwen in dat hij van toegevoegde waarde is voor onze organisatie. Hij wordt verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van onze organisatie en voor de ontwikkeling en uitvoering van onze strategie en beleid. Hiermee zal hij een belangrijke bijdrage leveren om ons doel voor 2016 te realiseren: 1 miljoen kinderen over de hele wereld een liefdevol thuis bieden.”

Over SOS-Kinderdorpen
SOS-Kinderdorpen is een niet-overheidsgebonden, particuliere kinderhulporganisatie die er al 60 jaar voor zorgt dat wees- en verlaten over de hele wereld kunnen opgroeien in een liefdevol gezin. SOS-Kinderdorpen doet dit vanuit een unieke visie: ieder kind verdient een thuis in een gezin waar het in veiligheid en met liefde en respect wordt opgevangen. Zo krijgt het de basis om zich te kunnen ontwikkelen tot een kansrijke volwassene. De organisatie heeft de dagelijkse zorg over ruim 75.000 kinderen in 500 kinderdorpen in 132 landen en helpt daarnaast nog eens 265.000 kinderen en hun ouders via gezinsversterkende programma’s. Ruim een miljoen mensen maken gebruik van onze voorzieningen zoals scholen en sociale en medische centra. Kijk voor meer informatie op SOS Kinderdorpen.

 

Zonder Scheringa is AZ nergens

Afgelopen zondag in het Philips Stadion hoopte ik op spannend slot van de Eredivisie, zeker met het prachtige programma dat de competitieleider met bijna profetische blik had vastgesteld. Die hoop bleek ijdel; PSV zorgde alsnog voor een Alkmaars feestje. In Eindhoven sprak ik Ajax-voorzitter Uri Coronel, die aangaf dat AZ in de Amsterdam ArenA op een chique manier zou worden geëerd voor het behaalde kampioenschap. Nog steeds praat iedereen vol lof over de erehaag van de spelers van Fiorentina na afloop van het UEFA Cup-duel Fiorentina – Ajax. In bijvoorbeeld rugby een gebruikelijk ritueel. Het getoonde respect van de verslagen Florijnen maakte indruk in de voetbalwereld. Het is jammer dat de KNVB bij voorbaat capituleert voor het mogelijke wangedrag van enkelingen en heeft de besloten de kampioensschaal niet in de ArenA uit te reiken. Het ontneemt de Eredivisie de kans te laten zien dat clubs, trainers en spelers een collectief zijn, dat respect heeft voor elkaars prestaties.

Uiteraard is AZ de terechte kampioen. Dat geldt namelijk voor iedere team dat kampioen wordt. Maar wat is de grondslag voor dit kampioenschap? De voetbaltechnische en –tactische kwaliteiten van staf en spelers? Of is het enkel en alleen toe te schrijven aan de portemonnee van Dirk Scheringa?

Scheringa behoort tot de rijkste mensen van ons land. Quote schat zijn vermogen in 2009 op 285 miljoen euro, overigens veel te laag volgens de bankier zelf. De waarde van de DSB Groep wordt geschat tussen de twee en drie miljard euro. Scheringa is sinds 1992 bestuurlijk betrokken bij AZ, vanaf 1993 als voorzitter. In 2005 besloot Scheringa de club volledig te saneren. Hij werd enig aandeelhouder van de NV AZ voor een bedrag van 108 miljoen euro. Scheringa heeft in de afgelopen jaren een solide organisatie neergezet. Van Gaal, Brands en Gerbrands vormen een hecht directieteam, waarin gevoel voor topsport de boventoon voert. Al worden alle beslissingen in overleg met en slechts na goedkeuring van Scheringa genomen.

De officiële begroting van AZ bedraagt dit seizoen 28 miljoen euro. Daarmee heeft AZ de vierde begroting van de Eredivisie, evenals Heerenveen en Fc Twente. Koploper is Ajax met een begroting van 65 miljoen. In welke mate de begroting van AZ een reëel beeld vormt van de daadwerkelijke geldstromen rond de club is de vraag. Het sponsorbedrag van DSB Bank is niet bekend. Dat Scheringa daarnaast nog geld uitgeeft aan zijn club is een publiek geheim, al dan niet als marketinginvestering voor het DSB-imperium. Dat is overigens geen weggegooid geld. Scheringa staat erom bekend dat hij het effect van iedere marketinginspanning nauwkeurig in kaart brengt. Reken maar dat zijn bedrijven wel varen bij de enorme aandacht die DSB en Scheringa via AZ krijgen.

Op commercieel terrein speelt AZ nog niet zo uitgekiend als op het veld. Er is de behoefte om sterke sponsors aan de club te binden. Er wordt al jaren geroepen dat het shirt vrij is voor een nieuwe hoofdsponsor. Maar de dominantie van Scheringa en DSB zitten in de weg. Zelfs commerciële hot shots als Joost Bellaart en Maarten Fontein, die bij Ajax de substantiële contracten met Aegon en adidas heeft gerealiseerd, lukte het niet om grote merken aan te trekken. Het is vergelijkbaar met de tijd dat Van den Herik regeerde bij Feyenoord. De dominantie van dat leiderschap verzwakte de commerciële aantrekkingskracht. Scheringa mag dus voorlopig niet stoppen bij AZ. Daar is ook geen sprake van. Zeker nu AZ Europa in gaat, wordt het alleen maar leuker, voor trainers, spelers, fans en de voorzitter. Maar zonder Dirk is AZ nergens.

Column verschenen in AD Sportwereld, 23 april 2009.

Een klein land als grootmacht

Na de succesvol verlopen Olympische Spelen van 1928 heeft het vele decennia geduurd voordat Nederland weer een groot meerdaags sportevenement organiseerde. De Gymnaestrada in 1991 en de financieel geflopte Wereldruiterspelen in 1994 waren grote evenementen, maar het eerste echte evenement dat Nederland weer op de kaart zette, was Euro 2000 dat Nederland samen met België organiseerde. In de maanden voor dat EK Voetbal was er veel scepsis onder pers en publiek. Kunnen wij dat wel aan, wat kost het wel allemaal niet, levert het wel iets op, krijgen we geen problemen met hooligans? Die negatieve verwachtingen bleken ongegrond. Euro 2000 werd een voorbeeld van wat een klein land allemaal kan. Een geoliede organisatie, geen rellen, een enorme goede sfeer in de vier Nederlandse speelsteden, positieve reclame voor voetbal en aanzienlijke inkomsten voor de schatkist vanwege de vele tienduizenden voetbalfans die ons land bezochten. Ook de FIFA en de UEFA waren onder de indruk, met als resultaat dat Nederland ook het WK onder 20 in 2005 en het EK onder 19 in 2007 mocht organiseren, wederom vlekkeloos.

Inmiddels is ook de overheid overtuigd van de positieve invloed van grote sportevenementen. Dan gaat het niet alleen om de economische impact voor de schatkist en het bedrijfsleven, maar ook om de positieve energie die er ontstaat onder de bevolking en de versterking van het ‘merk’ Nederland. De overheid toont zich ook bereid te investeren in het aantrekken van grote mondiale sportmanifestaties.

Vandaar dat de KNVB zich, wederom samen met de Belgische KBVB, heeft gekandideerd voor het WK Voetbal in 2018. En NOC*NSF werkt aan het Olympisch plan 2028, dat uiteindelijk tot doel heeft de Olympische Spelen opnieuw in ons land te organiseren. Het is interessant deze twee initiatieven nader te beschouwen.

Het Olympisch plan gaat om dit moment vooral meer om de weg naar het doel dan het doel zelf. De komende jaren worden gebruikt om het sportklimaat in ons land te verbeteren. Daarvoor ontwikkelt NOC*NSF in samenwerking met bonden en overheden allerlei initiatieven, zowel op het terrein van topsport als van sportontwikkeling. In samenspraak met verschillende ministeries wordt gekeken wat het organiseren van de Spelen voor een invloed heeft op de infrastructuur van ons land. Alle initiatieven leiden tot een ijkmoment in 2016, waarop wordt bepaald of het zinvol is om daadwerkelijk tot kandidaatstelling voor de Olympische Spelen 2028 over te gaan. Of dan Amsterdam of Rotterdam als ‘host-city’ wordt aangewezen, is nog een interessant discussiepunt. Hoe dan ook, als de Spelen hier komen, zullen er op allerlei plaatsen in het land evenementen worden georganiseerd, zoals dat ook in 1928 al het geval was.

De KNVB is veel verder in het proces, uiteraard gesteund door het opgebouwde trackrecord in de afgelopen jaren. De Stichting Kandidatuur WK 2018 heeft zich namens de KNVB en de KBVB officieel aangemeld bij de FIFA. In december 2010 bepalen de 24 leden van het Executive Committee van de FIFA aan welke landen het WK van 2018 en van 2022 wordt toegewezen. De concurrentie is hevig. Naast Nederland en België hebben zich onder andere ook Engeland, Spanje tezamen met Portugal, Rusland, Australië, de Verenigde Staten en Indonesië aangemeld. De verwachting is dat na het WK 2010 in Zuid-Afrika en het WK 2014 in Brazilië het toernooi voor 2018 aan Europa zal worden toegewezen. De komende 16 maanden werkt de Stichting vanuit Eindhoven aan een aanpak die uiteindelijk moet leiden tot de toewijzing. Steun van de overheid en het bedrijfsleven is daarbij essentieel. Het gaat het om een voetbaltoernooi, maar ook het best bekeken televisie-evenement ter wereld. De sociale en commerciële dynamiek die het organiseren van een dergelijk evenement met zich meebrengt, is minstens zo interessant voor ons land. Het is de moderne manier om te tonen dat ook een klein land een grootmacht kan zijn.

Column verschenen in AD Sportwereld, 9 april 2009.